Menig werkgever snijdt momenteel in zijn personeelsbestand om zo kosten te besparen. Bij een dergelijk reorganisatieontslag wil een werkgever uiteraard zijn best presterende werknemers behouden. De minder goed functionerende werknemer wenst hij te ontslaan. Ontslag wegens een reorganisatie is echter aan strikte regels gebonden. Wat zijn deze regels? En heeft een werkgever een mogelijkheid deze regels te ontwijken, zodat hij min of meer een kwaliteitsselectie kan maken?
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Afspiegelingsbeginsel
Bij ontslag wegens een reorganisatie dient de werkgever meestal een ontslagaanvraag in bij het UWV Werkbedrijf in plaats van een verzoek bij de kantonrechter. Het UWV Werkbedrijf toetst vervolgens of de werkgever zich heeft gehouden aan de verplichte ontslagvolgorde. Deze toets vindt plaats aan de hand van het zogenoemde afspiegelingsbeginsel. Dit beginsel wordt als volgt toegepast:
- Het personeelsbestand wordt allereerst opgedeeld in categorieën uitwisselbare functies. Een uitwisselbare functie is een functie die naar inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en vereiste competenties vergelijkbaar en naar niveau en salaris gelijkwaardig is.
- Vervolgens worden de werknemers per categorie uitwisselbare functie opgedeeld in vijf leeftijdsgroepen, van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder.
- Binnen elke leeftijdsgroep komt de werknemer met het kortste dienstverband het eerste voor ontslag in aanmerking.
- De verdeling van de ontslagen over de leeftijdsgroepen dient zo plaats te vinden, dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies voor en na de inkrimping verhoudingsgewijs zo veel mogelijk gelijk is.
Ontwijken van het afspiegelingsbeginsel
De wet kent een beperkt aantal uitzonderingen op de verplichte ontslagvolgorde. Deze uitzonderingen geven de werkgever enige ruimte om van het afspiegelingsbeginsel af te wijken en zo de kwalitatief betere werknemers te behouden. Hoe maakt een werkgever het beste gebruik van deze uitzonderingsgronden?
- De werkgever detacheert de werknemer die hij wenst te behouden. Indien de werkgever een werknemer bij een derde detacheert en aannemelijk maakt dat vervanging van deze werknemer redelijkerwijs niet mogelijk is, dan laat het UWV Werkbedrijf de betreffende werknemer bij de ontslagaanvraag buiten beschouwing.
- De werkgever wijst de werknemer die hij wenst te behouden aan als onmisbare werknemer. Indien de werkgever meent dat een werknemer vanwege zijn bijzondere kennis en bekwaamheden onmisbaar is voor zijn onderneming, dan mag hij deze werknemer overslaan bij het indienen van de ontslagaanvraag. De werkgever moet dan wel aantonen dat de werknemer in kwestie daadwerkelijk over die kennis en bekwaamheden beschikt, die voor het functioneren van zijn onderneming van zodanig belang zijn dat een andere werknemer voor ontslag in aanmerking dient te komen.
Andere ontwijkmogelijkheden
Naast de wettelijke uitzonderingen heeft de werkgever twee andere mogelijkheden om het afspiegelingsbeginsel te ontwijken.
- Het creëren van nieuwe functies. Bij een reorganisatie kan de werkgever bepalen dat alle oude functies vervallen. Ter vervanging van de oude functies creëert hij nieuwe functies. Van uitwisselbare functies kan dan geen sprake meer zijn. Alle werknemers moeten solliciteren naar de nieuwe functies om ervoor in aanmerking te komen. Op deze wijze kan de werkgever selecteren op basis van kwaliteit, zonder dat hij rekening dient te houden met de ontslagvolgorde.
Let op!: Deze aanpak brengt een risico met zich mee. Het kan namelijk zijn dat het UWV Werkbedrijf de nieuwe functies te veel op de oude functies vindt lijken. De nieuwe functies dienen doorgaans minimaal 20 % af te wijken van de oude. Het is onvoldoende slechts een onderdeel van het takenpakket van de functie wijzigen.
- Schuiven met de indeling van de uitwisselbare functies. Het volgende voorbeeld maakt deze ontwijkmogelijkheid duidelijk. In een bedrijf werken secretaressen, van wie een aantal naast administratieve werkzaamheden, ook inhoudelijke taken verricht. De werkgever kan de eerste categorie secretaresses in dat geval afsplitsen van de tweede categorie.
Tot slot
Ondanks de strenge regels die gelden bij een reorganisatieontslag, heeft een werkgever wel degelijk diverse mogelijkheden om zijn best presterende werknemers te kunnen behouden. Voorzichtigheid is echter geboden. Het is immers het UWV Werkbedrijf – en niet de werkgever – die bepaalt of terecht en op juiste gronden is afgeweken van het afspiegelingsbeginsel. Indien het UWV Werkbedrijf doorziet dat de werkgever de bedoeling heeft zijn kwalitatief beste werknemers te behouden, slaagt het ontwijken van het afspiegelingsbeginsel niet.
mr. Lisette Spaaij, USG Juristen