De bestendige praktijk inzake bijzondere bijstandsverlening voor de (meer)kosten van het gebruik van medicinale cannabis en de latere uitwerking daarvan in paragraaf 9.4.16 van de Werkvoorschriften moet naar het oordeel van de Centrale Raad van Beroep worden gekwalificeerd als buitenwettelijk, begunstigend beleid.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Volgens vaste rechtspraak van de Raad betekent dit dat de aanwezigheid en de toepassing van dat beleid als gegeven wordt aanvaard, met dien verstande dat wordt getoetst of dat beleid op consistente wijze is toegepast. De Raad moet, hiervan uitgaande, vaststellen dat de besluitvorming van het College in overeenstemming is met het door hem gevoerde beleid.
Appellant heeft in hoger beroep herhaald dat het beleid van het College niet redelijk is voor wat betreft de toekenning op periodieke basis en dat hij voor onbepaalde tijd in aanmerking dient te worden gebracht voor bijzondere bijstand voor de meerkosten van medicinale cannabis. Daartoe heeft hij aangevoerd dat hij chronisch ziek is waardoor het telkens opnieuw aanvragen van bijzondere bijstand voor deze kosten overbodig en voor hem onnodig belastend is.
Deze stelling, wat daar verder ook van zij, kan geen doel treffen. In het licht van de hier aan de orde zijnde toetsing staat de redelijkheid van het beleid immers niet ter beoordeling van de Raad.