Nu het Uwv de indiening van het bezwaarschrift per elektronische post aanvaardde, waartegen zich in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van afdeling 2.3, van Hoofdstuk 2, van de Awb geen wettelijk voorschrift zich verzet, dient beoordeeld te worden of het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Anders dan betrokkene ziet de Raad geen aanleiding om te concluderen dat voor de vaststelling van de ontvangstdatum moet worden uitgegaan van de eerdere pogingen tot verzending van het e-mailbericht op dinsdag 12 maart 2003. Onomstreden is immers dat deze berichten het Uwv niet hebben bereikt en dat moet worden uitgegaan van het moment waarop het e-mailbericht het Uwv heeft bereikt. De Raad is daarbij verder van oordeel dat de keuze van dit middel en daarbij mogelijke feilen voor risico van betrokkene dienen te komen.
De stelling van betrokkene dat, onder verwijzing naar artikel 6:9, tweede lid, van de Awb, van de verschillende pogingen om de e-mail te verzenden de eerste poging als moment van ontvangst bij het Uwv moet worden beschouwd, kan niet worden onderschreven, nu immers het bezwaarschrift niet per post is verzonden.
Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, LJ-Nummer: AT3617, Zaaknr: 04/1649 WW