Rechtbank Breda heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of een op 7 januari 2009 in Nederland ingevoerde personenauto was aan te merken als een nieuwe of als een gebruikte auto voor de BPM. De auto was vervaardigd op 30 juni 2007 en was van 2 juni 2008 tot 2 januari 2009 bij een Belgische dealer als demonstratiewagen in gebruik geweest. In deze periode had de auto 5.050 km gereden. De koper van de auto deed op 7 januari 2009 bij de Douane aangifte BPM ter zake van registratie van de personenauto. De Rijksdienst voor het Wegverkeer stelde deze datum vast als de datum van eerste toelating. De vraag rees of de auto op deze datum kwalificeerde als nieuw of als gebruikt.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Wet BPM definieert niet wanneer sprake is van een gebruikte auto. De rechtbank was van oordeel dat een auto die op 7 januari 2009 reeds 18 maanden oud was en 5.050 kilometer op de teller had staan een gebruikte auto is in de zin van de Wet. De rechtbank achtte aannemelijk dat de auto op 7 januari 2009 niet het meest concurreerde met nieuwe auto’s van hetzelfde merk en type.
Rechtbank Breda heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of een op 7 januari 2009 in Nederland ingevoerde personenauto was aan te merken als een nieuwe of als gebruikte auto voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De auto was vervaardigd op 30 juni 2007 en was van 2 juni 2008 tot 2 januari 2009 bij een Belgische dealer als demonstratiewagen in gebruik geweest. In deze periode had de auto 5.050 km gereden. De koper van de auto deed op 7 januari 2009 bij de Douane aangifte BPM ter zake van registratie van de personenauto. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) stelde 7 januari 2009 vast als de datum van eerste toelating.
De nieuwe eigenaar voldeed op aangifte € 10.442 aan BPM. Dit is het bedrag aan BPM dat verschuldigd was als sprake was van een nieuwe auto. De nieuwe eigenaar was echter van mening dat de auto op 7 januari 2009 een gebruikte auto was en waardoor minder BPM verschuldigd zou zijn. De zaak kwam voor Rechtbank Breda.
De rechtbank stelde voorop dat volgens de Wet BPM voor een gebruikte auto de catalogusprijs geldt van het tijdstip waarop de auto voor het eerst in gebruik is genomen. De Wet BPM definieert echter niet wanneer sprake is van een gebruikte auto.
De rechtbank was van oordeel dat een auto die op 7 januari 2009 reeds 18 maanden oud was en 5.050 kilometer op de teller had staan een gebruikte auto is in de zin van de Wet. De rechtbank achtte aannemelijk dat de auto op 7 januari 2009 niet het meest concurreerde met nieuwe auto’s van hetzelfde merk en type.
De inspecteur stelde nog dat de Hoge Raad op 29 mei 2009 had beslist dat een auto nieuw kan zijn indien er enkele tientallen of enkele honderden kilometers op de teller staan. De rechtbank merkte daarover op dat dergelijke auto’s toch niet vergelijkbaar zijn met een auto met 5.050 kilometer op de teller. Bovendien nam de Hoge Raad in zijn beslissing mee dat het (anders dan in het onderhavige geval) ging om exclusieve auto’s waarbij de kopers meer wilden betalen omdat zij kortere wachttijd hadden dan bij auto’s die net geproduceerd waren.
Ook de omstandigheid dat de RDW op het kentekenbewijs vermeldt dat de eerste toelating 7 januari 2009 was, bracht de rechtbank niet tot een ander oordeel. De RDW registreert namelijk volgens de Regeling vaststelling datum eerste toelating van voertuigen, in beginsel de datum van aanbieding ter keuring en indien dan aanwijzingen voor een eerdere toelating aanwezig zijn een andere datum. Deze datum zegt daarom niets over de mogelijke ouderdom van een voertuig en helemaal niet over het al dan niet gebruikt zijn voor de Wet BPM.
Vervolgens rees de vraag vanaf welke datum sprake was van een eerste gebruik: 30 juni 2007 of 2 juni 2008. De rechtbank vond het aannemelijk dat de auto in gebruik was vanaf 2 juni 2008. Vóór die datum was er nog geen (Belgisch) kenteken afgegeven voor de auto. De nieuwe eigenaar had niet gesteld en ook niet aannemelijk gemaakt dat met de auto vóór 2 juni 2008 al de nodige kilometers waren gereden. De rechtbank stelde daarom de datum van eerste gebruik op deze datum. De bij deze gebruiksduur verschuldigde BPM bedroeg € 7.071. De rechtbank verminderde daarop de verschuldigde BPM tot dat bedrag.