In de zaak die op 23 juni 2010 speelde voor de kantonrechter Amsterdam, heeft werknemer verzocht zijn arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van dringende redenen, althans wegens een verandering van omstandigheden onder toekenning van een ontbindingsvergoeding.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werknemer is op 1 april 1982 in dienst getreden. Wegens een overname is werknemer op 1 januari 2007 in dienst getreden bij zijn huidige werkgever in de functie van hypotheekadviseur. De vennoten van de huidige werkgever hebben vervolgens onderling ruzie gekregen, wat ertoe heeft geleid dat een van de vennoten de vennootschap heeft opgezegd. Daarna is er een geschil over de vereffening van de vennootschap ontstaan, waarvoor een gerechtelijke procedure aanhangig is. Werknemer heeft hierdoor gedurende enige tijd de feitelijke uitvoering van zijn werkzaamheden moeten neerleggen.
Ontbindingsverzoek onder toekenning van een vergoeding
Werknemer is van mening dat de conflicten tussen de vennoten ervoor hebben gezorgd dat het uitzicht op een zinvolle voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst illusoir is geworden. Er is volgens werknemer sprake van onaanvaardbare werkomstandigheden en van een onherstelbare aantasting van zijn vertrouwen in de werkgever. Tevens betoogt werknemer dat hij als gevolg van de geschillen tussen de vennoten ernstig wordt belemmerd in zijn mogelijkheden om de omzetten te realiseren die hem recht geven op provisies. Derhalve dient volgens werknemer voor de berekening van de ontbindingsvergoeding (aantal gewogen dienstjaren (a) x beloning (b) x correctiefactor (c)) een correctiefactor van 2 gehanteerd te worden. Daarnaast betoogt werknemer dat het provisievoorschot moet meetellen bij het bepalen van factor b. In de factor a moeten volgens hem ook de jaren meetellen waarin hij werkzaam was bij zijn oude werkgever.
Beslissing kantonrechter
De ontstane situatie is volgens de kantonrechter veroorzaakt door de geschillen tussen de vennoten. Werknemer heeft daar niets mee te maken. Er is niet langer enig vooruitzicht op een zinvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst. De geschillen tussen de vennoten hebben geleid tot omstandigheden, zo nijpend dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van werknemer kan worden gevergd. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van dringende redenen onder toekenning van een vergoeding. De kantonrechter hanteert daarbij een correctiefactor van hoger dan 1. Voor het bepalen van de factor a worden de dienstjaren die werknemer werkte bij zijn oude werkgever meegeteld. De kantonrechter komt tot deze beslissing omdat de reden waarom werknemer in dienst kwam bij de huidige werkgever, de uitkomst was van overleg tussen de oude en de huidige werkgever, toen de functie van werknemer bij de oude werkgever kwam te vervallen als gevolg van de overname. De arbeidsjaren worden echter niet volledig meegewogen omdat, ondanks dat de oude werkgever per brief heeft aangegeven dat de dienstjaren in de nieuwe arbeidsovereenkomst zouden meetellen, dit niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst met de huidige werkgever. Voor de factor b wordt het provisievoorschot meegewogen voor de bepaling van de hoogte van de ontbindingsvergoeding omdat werknemer het voorschot steeds heeft ontvangen en behouden, waardoor het heeft te gelden als een structureel bestanddeel van de honorering. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een ontbindingsvergoeding van € 100.000,–
mr. Noortje Bouwmeester, Van Diepen Van der Kroef Advocaten