Wellicht heeft u het altijd al eens willen doen: uw haren wassen met Champagne. Maar de makers van Champagne zien dat helemaal niet zitten en de Haagse rechter gaf hen onlangs gelijk.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Waar ging het om? Fabrikant Unilever had, ter gelegenheid van het 70-jarig jubileum van één van haar merken (Andrélon), een speciale feestshampoo op de markt gebracht onder de naam “Champagne shampoo”. Niet alleen het jubileum, maar ook uw haren zouden daarmee een “feestelijke glans” krijgen. Een leuke en feestelijke marketingactie, zo lijkt het. Maar Unilever zat vervolgens zelf met de handen in het haar.
Door Unilever werden in totaal zo’n 300.000 flessen geproduceerd en in de schappen gezet. Daarnaast werd uiteraard het nodige aan advertising gedaan, waaronder TV-commercials, billboards en advertenties in diverse bladen. Het spreekt voor zich dat hiermee aanzienlijke kosten gemoeid zijn geweest.
Waar Unilever echter – mogelijk – geen rekening mee hield is dat de benaming “Champagne” een beschermde oorsprongsbenaming is in de zin van een Europese Verordening (nummer 479/2008). De naam “Champagne” mag uitsluitend worden gebruikt voor mousserende wijnen, geproduceerd in de bekende Franse Champagnestreek. Althans, op dat standpunt stelden de Champagneproducenten zich, verenigd in het “Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne” (CIVC). De Champagneproducenten zijn derhalve van mening dat Unilever onrechtmatig handelt en inbreuk maakt op de beschermde oorsprongsbenaming “Champagne”, door de feestshampoo onder de gebruikte naam in de markt te zetten en daarvoor te adverteren.
In eerste instantie hebben de Champagneproducenten Unilever dringend verzocht het gebruik van de naam “Champagne” te staken. Unilever voldeed daar – ten dele – vrijwillig aan door in haar commerciële uitingen (de commercials en advertenties) de benaming “Champagne” niet meer te gebruiken. Zij bleef echter doorgaan met de verkoop van de Champagne shampoo.
Voor de Champagneproducenten reden genoeg om voor de Haagse Rechtbank in kort geding te vorderen een verbod op het gebruik van de beschermde naam “Champagne”, een recall bij alle afnemers en de vernietiging of her-etikettering van de Champage shampoo, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van Unilever in de volledige kosten.
Unilever voerde uiteraard verweer, waarbij zij onder meer stelde dat de Champagneproducenten geen (spoedeisend) belang meer hebben, aangezien Unilever de advertising rondom dit product inmiddels vrijwillig had gestaakt. Dergelijke en andere verweren konden Unilever echter niet helpen. De rechter, in navolging van de Champagneproducenten, oordeelt in het vonnis van 8 oktober 2010 dat op een partij die inbreuk heeft gemaakt op een beschermde oorsprongsbenaming onder omstandigheden de rechtsplicht rust om passende maatregelen te nemen om de door haar gecreëerde onrechtmatige toestand te beëindigen. Die rechtsplicht brengt in dit geval mee dat Unilever de promotie van de Champagne shampoo geheel dient te staken en dat ook het product, tot en met de schappen in de winkel, moet worden teruggeroepen. Unilever had in dit verband nog een poging gedaan om die recall te beperken tot producten aanwezig in de distributiecentra, maar dat ging de rechter niet ver genoeg, ook niet omdat Unilever, na de eerdere sommatie, vrolijk was doorgegaan met het distribueren. Unilever werd voorts veroordeeld om haar afnemers per brief te informeren over haar onrechtmatig handelen en zij werd tevens veroordeeld in de werkelijk door de Champagneproducenten gemaakte kosten, te weten EUR 25.000,00. Alleen de vordering tot vernietiging c.q. her-etikettering werd in dit kort geding niet toegewezen omdat daarvoor bij de Champagneproducenten vooralsnog niet gebleken was van een spoedeisend belang. Anders gezegd, een dergelijke vordering moet in een normale (bodem)procedure worden beoordeeld. De kans is overigens groot dat Unilever op basis van dit vonnis alsnog zal besluiten om vrijwillig tot vernietiging c.q. her-etikettering over te gaan. Verkopen mag zij het immers in ieder geval in de huidige vorm niet. Doet zij dat wel, dan zal zij een behoorlijke dwangsom aan de Champagneproducenten verschuldigd zijn.
Wat dus als een sympathieke, begrijpelijke of zelfs aan te moedigen jubileumactie begon, eindigt met een domper op de feestvreugde omdat de juridische aspecten, waaronder in dit geval met name de intellectuele eigendomsrechten, waarschijnlijk niet zijn onderzocht c.q. in kaart zijn gebracht.
Wellicht vraagt u zich af of de vorderingen van de Champagneproducenten niet een beetje overdreven danwel zeurderig zijn.Wat kan het nou toch voor kwaad als een fabrikant als Unilever een feestelijk tintje wil geven aan een jubileum, en wat is er nou feestelijker dan een link te leggen met Champagne?
Toch ligt het niet zo eenvoudig: als er sprake is, zoals hier, van een beschermde oorsprongsbenaming of – in een ander geval – van een beschermd merk, dan zijn de belanghebbenden bij die naam c.q. de merkhouder vaak genoodzaakt om maatregelen te treffen, om zodoende te voorkomen dat die benaming of het merk “verwatert” of verwordt tot een “soortnaam” en daarmee dus gemeengoed wordt. In dat geval zal de (economische) waarde van een dergelijke benaming of merk snel dalen en kan bovendien in toekomstige gevallen mogelijk niet meer succesvol worden opgetreden tegen inbreuken, omdat de inbreukmaker dán met recht zou kunnen stellen dat – mede door stilzitten van de belanghebbende c.q. de merkhouder – er niet langer sprake is van een beschermde naam of een beschermd merk. Het recht bepaalt in dit geval dat als verwatering of verwording tot een soortnaam te wijten is (door toedoen of nalaten) aan de belanghebbende, de betreffende naam of het merk door anderen “vrij” te gebruiken is. En waar ligt de grens? Tegen welke inbreuken treed je wel en tegen welke niet op?
Een andere belangrijke les is dat iedere onderneming bij de introductie van een nieuwe campagne, een nieuw merk, een handelsnaam of een product, gedegen onderzoek moet doen naar eventuele IE-rechtelijke problemen die men zou kunnen tegenkomen, voordat (aanzienlijke) investeringen worden gedaan. De schade zal in dit geval in absolute zin wellicht omvangrijk zijn, maar voor een bedrijf als Unilever relatief beperkt. Daarbij is het overigens ook niet uitgesloten dat er als gevolg van dit soort schermutselingen nog een behoorlijke “upside” aan zit: Unilever en haar merk Andrélon krijgt immers behoorlijk wat “gratis” publiciteit. Boze tongen beweren dat dergelijke gratis publiciteit soms ook reden is om een reclamecampagne op te zetten die “op het randje” is van wat mag of kan.
Maar voor andere, minder grote of zelfs startende ondernemingen kan dat allemaal anders liggen. Stelt u zich eens voor dat u grote investeringen heeft gedaan om uw bedrijf of een product onder een bepaalde naam in de markt te zetten, alles qua promotiemateriaal in kannen en kruiken is voordat u “live” gaat, om er dán achter te komen dat een andere partij meent dat u met die naam of dat product inbreuk maakt op zijn of haar rechten? Alle investeringen die u heeft gedaan, blijken dan weggegooid geld te zijn en u bent mogelijk ook nog gehouden om schade te vergoeden. Een voorafgaand en gedegen onderzoek, bijvoorbeeld ten aanzien van handelsnaam, merken, beschermde oorsprongsnamen e.d., kunnen een hoop ellende voorkomen.
Doet u dat wel en wordt het dan een succes, dan kunt u de Champagne ontkurken en er misschien zelfs in zwemmen. Maar dan wel op voorwaarde dat u daarvoor de echte mousserende wijn uit de Franse streek gebruikt!
mr. Ton van Oosten, Kneppelhout & Korthals Advocaten