Voor eenieder die te maken heeft met ICT, is op 1 juni 2010 een interessante uitspraak gedaan door het Gerechtshof te Amsterdam. Deze uitspraak gaat over de vraag of bij aanschaf van software de koop/verkoop-bepalingen zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing kunnen zijn. Dit spreekt niet vanzelf. Immers, degene die software aanschaft, verkrijgt een licentie. Dat wil zeggen dat de koper een gebruiksrecht op de software verkrijgt, maar niet de eigendom.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het Gerechtshof begint met de overweging dat het kooprecht van toepassing is op overeenkomsten tot aanschaf van een ‘zaak’. Een zaak is altijd een stoffelijk object. Het Hof stelt vervolgens vast dat software geen zaak is, nu dit geen ‘voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object is’. Vervolgens overweegt het Hof dat de software los moet worden gezien van haar gegevensdrager (de cd, dvd of harde schijf). Het gaat de gebruiker immers om de werking en de kwaliteit van de programmatuur en niet om de stoffelijke drager.
Desondanks oordeelt het Gerechtshof dat de koop/verkoop-bepalingen bij de aanschaf van software van toepassing kunnen zijn. De redenering van het Hof loopt via artikel 7:47 BW, dat bepaalt dat de koop/verkoop-bepalingen eveneens van toepassing kunnen zijn op vermogens-rechten die geen zaak zijn. Het Gerechtshof overweegt vervolgens dat wanneer sprake is van standaardsoftware die als pakket kan worden aangeschaft, hiermee het (vermogens-)recht op het vrije en duurzame gebruik van de software wordt verkregen. De software in de onderhavige kwestie betrof standaardsoftware. Het Gerechtshof oordeelt om deze reden dat de bepalingen van het kooprecht van toepassing zijn.
Deze uitspraak heeft verstrekkende gevolgen. De software moet de eigenschappen hebben die de koper van het pakket op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Titel 7.1 BW geeft bovendien diverse (dwingendrechtelijke) regels voor consumentenkoop. Bij de aanschaf van standaardsoftware zal, in de lijn van dit arrest, ook een beroep kunnen worden gedaan op deze bepalingen. Een leverancier van (standaard)software zal er onder meer op bedacht dienen te zijn dat als de koper niet betaalt, hij binnen twee jaar de bij de rechtbank de vordering om de prijs te betalen, moet instellen. Deze termijn is een vervaltermijn. Ook speelt de klachtplicht een rol.
mr. Lidia Ritzema, Deterink Advocaten en Notarissen