Op 28 december 2009 is de Europese Dienstenrichtlijn in werking getreden. De richtlijn zet de ruimtelijke ordening op z’n kop. Dat is nog niet overal doorgedrongen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Nederland kent sinds jaar en dag een streng ruimtelijk beleid. Er mag vaak meer niet dan wel. Deels is dat te wijten aan de hoge bevolkingsdichtheid waar iedereen al snel last van elkaar heeft. Maar deels zijn de beperkingen gebaseerd op oud beleid dat toe is aan vernieuwing. Uit de vele wijzigingen die de laatste tijd van regeringswege zijn geïnitieerd – de nieuwe Wet op ruimtelijke ordening, de inwerkingtreding van de Crisis- en Herstelwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht – blijkt dat de tijd rijp is voor verandering op dit gebied.
Ruimtelijke regels van gemeenten zoals die onder meer zijn vastgelegd in bestemmingsplannen en beleidregels zitten echter nog vol met hobbels die een flexibele vestiging van ondernemingen, gebaseerd op actuele marktontwikkelingen, in de weg staan. Daardoor profiteert de markt onvoldoende van nieuwe kansen en mist het land werkgelegenheid en welvaart. Te denken valt aan branchebeperkingen, het locatiebeleid op perifere locaties, distributie-planologische onderzoeken en parkeereisen die worden ingezet om bepaalde typen bedrijven te weren zonder dat daar een goede argumentatie achter zit. Al dit soort beperkende regels, maar ook procedurevoorschriften, rechtspraak en praktijkge-woonten kunnen sinds eind 2009 tegen de Dienstenrichtlijn worden aangehouden. Het gevolg daarvan zal zijn dat veel ruimtelijke regels gaan sneuvelen, ondernemingen zich gemakkelijker kunnen vestigen en de lokale overheid te maken gaat krijgen met forse schadeclaims als te lang wordt gewacht met aanpassing van de regels.
Het is precies zoals de Europese Commissie het heeft bedoeld. De vrijheid van vestiging is met de Dienstenrichtlijn noodzakelijk nieuw leven ingeblazen. Zo hoopt de Commissie de werkgelegenheid binnen de EER te vergroten en het wereldwijde concurrentievermogen van de Europese ondernemingen op de oude en nieuwe markten te versterken. De Europese ondernemingen hebben nu het recht om zich in elke lidstaat van de EER te vestigen en mogen daarbij niet onnodig worden gehinderd. Ook de Nederlandse ondernemer die zich in Nederland vestigt kan een beroep op de richtlijn doen. Het is belangrijk om te weten dat ‘dienst’ Europeesrechtelijk gezien een zeer ruim begrip is: bouwondernemingen, filmproducenten, horecaondernemers, detaillisten, kappers en heel veel andere ondernemers zijn allemaal dienstverleners in de zin van de richtlijn. Zij kunnen zich bij met de richtlijn strijdige eisen die hun vestiging bemoeilijkt beklagen bij de lokale overheid en zo nodig bij de Nederlandse rechter of de Europese Commissie. Gemeenten en rechters zullen een omslag naar het Europese denken over de ruimtelijke regels moeten maken zodat vraaggestuurde vestigingsmogelijkheden realiteit gaan worden.
mr. Marlies Muus, Van Benthem & Keulen N.V.