Het gerechtshof Amsterdam heeft op donderdag 28 april 2011 twee uitspraken gedaan in de VHS–zaak. De twee verdachten zijn veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen van respectievelijk 6 en 3 maanden en geldboeten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De rechtbank Amsterdam veroordeelde de verdachten eerder tot het betalen van alleen geldboeten.
Verdachte M.
Het hof komt tot veroordeling inzake het nalaten van het melden van effectentransacties en misbruik van voorwetenschap. De verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, geheel voorwaardelijk, en tot een geldboete van € 135.000.
Naar het oordeel van het hof is sprake geweest van een door de verdachte vooraf opgezette constructie die blijkbaar de markt het zicht moest ontnemen wie achter de effectentransacties VHS zat. Omdat de verdachte als bestuursvoorzitter het dagelijks beleid van VHS bepaalde was hij verplicht eigen effectentransacties in VHS aan de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) te melden, hetgeen hij opzettelijk heeft nagelaten.
Verder acht het hof bewezen dat de verdachte effectentransacties heeft bewerkstelligd in effecten VHS, terwijl de verdachte beschikte over voorwetenschap betreffende VHS en/of de handel in effecten VHS.
Verdachte De K.
Het hof komt tot veroordeling inzake misbruik van voorwetenschap. De verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden, geheel voorwaardelijk, en een geldboete van € 67.500.
Het hof acht bewezen dat de verdachte samen met zijn medeverdachte effectentransacties heeft bewerkstelligd in effecten VHS, terwijl de verdachte beschikte over voorwetenschap betreffende VHS en/of de handel in effecten VHS.
Ernst van de feiten
In beide zaken geldt dat voor een dergelijke vorm van beursfraude naar het oordeel van het hof, in beginsel, geen andere straf dan een (deels) (on)voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, of een werkstraf of een geldboete zou, naar het oordeel van het hof een onvoldoende vergeldend karakter bezitten, maar zou ook een onvoldoende waarschuwend effect jegens potentiële beursfraudeurs inhouden. Men zal ervan doordrongen moeten zijn, dat ernstige schendingen van financiële toezichtwetgeving zeer wel kunnen leiden tot oplegging van een (on)voorwaardelijke gevangenisstraf.