Op 1 februari 2011 heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch een interessante uitspraak gewezen op het gebied van privacy.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het betreft een hoger beroep tussen Stichting Documentatie- en Informatiecentrum De Stelling (‘De Stelling’) tegen X. De Stelling functioneert als een elektronische versie van Kleintje Muurkrant, een links medium dat misstanden in de maatschappij onder de aandacht wil brengen. Op de website van De Stelling zijn verschillende artikelen geplaatst, waarin beweringen worden gedaan over X. Zo zou uit artikelen blijken dat hij bevriend is met de crimineel Johan de V. (alias ‘De Hakkelaar’). De artikelen zijn geplaatst in de jaren 2000 en 2005 tot en met 2007 en staan in het online archief van De Stelling. X stelt dat de artikelen hem in zijn eer en goede naam aantasten en is van mening dat de artikelen onrechtmatig jegens hem zijn en dat de artikelen niet gearchiveerd hadden mogen worden.
Inbreuk Wet Bescherming Persoonsgegevens
De rechtbank heeft de vorderingen van X toegewezen, waartegen De Stelling in hoger beroep is gegaan. Het bijzondere aan deze uitspraak is, dat X zich niet alleen beroept op inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, maar ook op inbreuk op de Wet Bescherming Persoonsgegevens (‘WBP’). Partijen strijden met name over de vraag of de WBP wel van toepassing is en of er in dat kader sprake is van onrechtmatige publicatie van de artikelen.
Het gerechtshof overweegt dat bij de beoordeling of sprake is van een onrechtmatige publicatie, er een afweging dient plaats te vinden van twee fundamentele rechten. Aan de ene kant staat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en aan de andere kant het recht op vrijheid van meningsuiting. Tussen deze twee rechten bestaat geen rangorde en deze dienen per geval afgewogen te worden.
De Stelling heeft niet weersproken, dat zij persoonsgegevens van X heeft verwerkt en om die reden oordeelt het gerechtshof dat de WBP van toepassing is. Het gaat immers om persoonsgegevens, waarmee een natuurlijke persoon te identificeren valt, die al dan niet geautomatiseerd verwerkt worden in het archief van De Stelling. Nu de WBP van toepassing is, dient te worden bekeken of de WBP is overtreden. Zodra dat het geval is, dient de rechter daar namelijk rekening mee te houden bij de afweging van de twee fundamentele rechten.
Uitzondering voor journalistieke doeleinden
De WBP kent echter een uitzondering voor journalistieke doeleinden, waarop De Stelling een beroep doet. Deze uitzondering houdt in dat de WBP slechts in beperkte mate van toepassing is. De voorwaarden voor rechtmatige verwerking van persoonsgegevens zijn echter wel op journalistieke doeleinden van toepassing en dus ook op de activiteiten van De Stelling. In de onderhavige zaak stelt het gerechtshof De Stelling in het gelijk vanwege het feit dat zij een gerechtvaardigd belang heeft bij de verwerking. De Stelling heeft immers als doel om door het openbaar maken van feiten het verzet tegen misstanden in de maatschappij aan te wakkeren en anderen aan te zetten tot kritisch denken.
Het gerechtshof komt uiteindelijk tot het oordeel dat De Stelling niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens X. Deze uitspraak is met name interessant vanwege het feit dat de WBP van toepassing wordt geacht op journalistieke doeleinden. Een overtreding van de WBP dient in een dergelijk geval te worden meegewogen bij de afweging van enerzijds de persoonlijke levenssfeer en anderzijds de vrijheid van meningsuiting. Anders gezegd: ook journalisten dienen zich te houden aan de WBP.
mr. Eelco Bergsma, Deterink Advocaten en Notarissen
