Werkneemster is werkzaam bij Axioncontinu (hierna:werkgever) en is daar in 1979 in dienst getreden. Zij is laatstelijk werkzaam als zorgassistent en werkt drie avonden in de week van 18.00 uur tot 23.00. Bij brief van 22 juni 2000 heeft werkgever de werktijden aan werkneemster bevestigd. Werkgever merkte daarbij op dat als werkgever hiervan af wil wijken dit altijd in overleg gebeurt met werkneemster.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Vervolgens heeft werkgever op 14 december 2010 aan werkneemster laten weten dat met ingang van 1 maart 2011 haar werktijden worden vervroegd en dat haar dienst voortaan om 15.45 begint. Werkneemster is het hiermee niet eens. Er zou sprake zijn van een eenzijdige wijziging van haar arbeidsvoorwaarden nu de werkgever terugkomt op de uitdrukkelijke toezegging van 22 juni 2000, aldus werkneemster. Ook stelt werkneemster dat er geen overleg heeft plaatsgevonden en dat geen rekening is gehouden met zwaarwegende privéomstandigheden zijnde het begeleiden van haar zoon bij het maken van zijn huiswerk en het voorkomen dat hij zal ontsporen.
Werkgever voert aan dat zij op grond van gewijzigde omstandigheden streeft naar een aanpassing van de werktijden en herverdeling van de uren. De gewijzigde omstandigheden zien op een wijziging van de financiën waardoor er geen ruimte meer bestaat om inefficiënte uren te draaien. Als gevolg daarvan dienen de werktijden van werkneemster te worden aangepast.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het feit dat werkneemster vanaf 2000 op basis van dit rooster heeft gewerkt, heeft tot gevolg dat dit werkrooster –hoewel hierover niets in een arbeidsovereenkomst is vastgelegd– deel is gaan uitmaken van haar arbeidsvoorwaarden. Door de aanpassing van de werktijden van werkneemster heeft werkgever eenzijdig de arbeidsvoorwaarden gewijzigd.
In de arbeidsovereenkomst is geen eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen. De vraag is dan of toch van werkneemster verlangd kan worden om positief op het voorstel van de werkgever in te gaan. De kantonrechter zoekt aansluiting bij het Stoof/Mammoet-arrest. In dit arrest heeft de Hoge Raad een drietal stappen beschreven aan de hand waarvan de vraag kan worden beantwoord:
1) is er sprake van gewijzigde omstandigheden die nopen tot een wijziging van de arbeidsovereenkomst;
2) is het gedane voorstel tot wijziging van de overeenkomst in het licht van alle omstandigheden van het geval redelijk;
3) kan aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van de werknemer worden gevergd.
Naar het oordeel van de kantonrechter geven de bedrijfseconomische redenen (financiering en betere inroostering) werkgever voldoende aanleiding tot het doen van een voorstel aan werkneemster. Er is derhalve sprake van gewijzigde omstandigheden. Ook heeft werkgever –in tegenstelling tot hetgeen werkneemster stelt- overleg met werkneemster gevoerd en heeft werkgever zich redelijk opgesteld door het nieuwe rooster pas na 3,5 maand in te laten gaan. Het is derhalve een redelijk voorstel.
Over de achterliggende reden voor werkneemster om voor haar 14-jarige zoon te zorgen overweegt de kantonrechter nog het volgende. De kantonrechter vindt de reden op zichzelf beschouwd gerechtvaardigd, maar dat haar afwezigheid de consequentie zal hebben dat haar zoon ontspoort, is op geen enkele manier nader onderbouwd. Dit lijkt de kantonrechter op voorhand ook niet aannemelijk gelet op de toelichting van werkneemster ter zitting dat het een jongen betreft die in 3 VWO zit en die goede schoolresultaten behaalt. Het gaat dus niet om een kind dat op dit moment speciale begeleiding nodig heeft. Ook is werkneemster geen alleenstaande moeder, maar is er ook een vader die in het begin van de avond thuiskomt en dan de benodigde aansturing kan geven. Per saldo zou dit er op neerkomen dat de zoon slechts drie maal per week enkele uren alleen is.
Gezien het voorgaande wijst de kantonrechter de vordering van werkneemster af nu het voorstel van werkgever redelijk is en het belang van werkgever in dit geval dient te prevaleren.
mr. Mieke Dijkman, Van Diepen Van der Kroef Advocaten