In de zaak die op 16 juni 2011 voor de kantonrechter van de Rechtbank Almelo speelde, werd de vraag gesteld of werkgever gerechtigd was om eenzijdig de functie van werknemer te wijzigen en hem over te plaatsen naar een andere vestiging?
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werknemer is op 1 januari 2000 in dienst getreden bij (voormalig) werkgever. Werknemer is werkzaam als magazijnchef in de vestiging Enschede. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat werknemer zich bereid heeft verklaard om op alle vestigingsplaatsen binnen de regio van zijn standplaats zijn werkzaamheden te verrichten. Tevens is in de arbeidsovereenkomst opgenomen dat werkgever – na overleg met werknemer en in uitzonderlijke situaties – van werknemer kan verlangen dat hij zijn werkzaamheden ook buiten de regio van de standplaats verricht. Werkgever heeft werknemer in maart 2011 te kennen gegeven dat hij per 4 april 2011 als magazijnmedewerker werkzaam zal zijn in de vestiging Zwolle. Werknemer protesteert tegen de overplaatsing en vordert in onderhavige procedure dat hij zijn werkzaamheden in de vestiging Enschede mag blijven verrichten.
Standpunt werkgever
Werkgever stelt zich op het standpunt dat werknemer overgeplaatst dient te worden omdat hij zijn functie als eindverantwoordelijke magazijnmedewerker binnen de vestiging Enschede niet naar behoren uitoefent. In de periode 2007 tot en met 2010 is werknemer meerdere malen door werkgever aangesproken op zijn functioneren en zijn hierover diverse afspraken gemaakt. De overplaatsing naar Zwolle is volgens werkgever de enige manier om werknemer nog binnen haar bedrijf te behouden. Door de overplaatsing zal werknemer zijn magazijnwerkzaamheden onder begeleiding kunnen uitvoeren. Volgens werkgever is de functie van werknemer in Zwolle niet anders dan in Enschede. In Zwolle zal hij alleen niet langer eindverantwoordelijke zijn. Volgens werkgever is de functie in Zwolle passend omdat de arbeidsvoorwaarden voor werknemer en de reisafstand woon-werk nagenoeg hetzelfde blijven.
Standpunt werknemer
Werknemer stelt zich op het standpunt dat hij zich enkel bereid heeft verklaard om op de vestigingsplaatsen binnen de regio van zijn standplaats werkzaamheden te verrichten. Zwolle valt volgens werknemer niet onder deze regio. Volgens werknemer kan zijn beweerdelijk onvoldoende functioneren geen reden zijn voor zijn demotie en overplaatsing naar Zwolle.
Beslissing kantonrechter
De kantonrechter overweegt dat in eerste plaats beoordeeld dient te worden of werknemer uit hoofde van de bepalingen in zijn arbeidsovereenkomst verplicht kan worden zijn werkzaamheden in Zwolle te verrichten. De rechter oordeelt dat dit vooralsnog niet het geval is, omdat de bepalingen in de arbeidsovereenkomst van werknemer er van uitgaan dat eigen werkzaamheden elders verricht kunnen worden. Volgens de kantonrechter zijn de werkzaamheden in Zwolle niet dezelfde als in Enschede, waardoor voorlopig de conclusie kan worden getrokken dat sprake is van een functieverlaging van magazijnchef naar magazijnmedewerker. Vervolgens komt de kantonrechter aan de vraag toe of werkgever de arbeidsovereenkomst eenzijdig mag wijzigen. Voor beantwoording van die vraag heeft de Hoge Raad bepaalde maatstaven ontwikkeld (onder andere in het arrest Stoof/Mammoet JAR 2008/204). Ter beoordeling van de vraag of een werknemer positief moet reageren op een voorstel tot wijziging, zijn volgens de Hoge Raad drie stappen te onderscheiden: 1) Is er sprake van gewijzigde omstandigheden die nopen tot een wijziging van de overeenkomst? 2) Is het gedane voorstel tot wijziging van de overeenkomst in het licht van alle omstandigheden van het geval redelijk? en 3) Kan aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van de werknemer worden gevergd?
In onderhavige kwestie stelt de kantonrechter vast dat de werkgever met de eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst niet over één nacht ijs is gegaan. In de periode 2007 tot en met 2010 heeft werkgever gepoogd om werknemer beter te laten functioneren. Ondanks de gemaakte afspraken, verviel werknemer in zijn oude werkwijze. Dit had onder meer negatieve gevolgen voor de voortgang van de werkzaamheden in de werkplaats met alle nadelige (financiële) gevolgen van dien. De rechter merkt op dat werknemer hetzelfde zal blijven verdienen en de reisafstand woon-werk blijft nagenoeg hetzelfde. De kantonrechter stelt vast dat er aanwijzingen zijn die nopen tot wijziging van de arbeidsovereenkomst. De belangen van werknemer wegen niet op tegen de bedrijfsbelangen van werkgever. De kantonrechter oordeelt dan ook dat werkgever een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden, dat van werknemer in redelijkheid verlangd kan worden daarmee in te stemmen. De kantonrechter wijst aldus de vordering van werknemer af.
Marieke Dijkman, Van Diepen Van der Kroef Advocaten