De storm rond de interim-directeur van het Maasstad Ziekenhuis lijkt weer (even) te zijn gaan liggen. Dat was eind augustus nog wel anders. Grote publieke verontwaardiging met als gevolg Kamervragen, waarin werd aangedrongen op zijn vertrek, en een minister die aangeeft uit te zoeken wat haar (juridische) mogelijkheden zijn om zich in de discussie te mengen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Waarom?
Er bestaat kritiek op het cv van de nieuwe interim-directeur, maar mijn indruk is dat de ophef (in ieder geval op dit moment) nooit tot zodanige proporties zou zijn uitgegroeid als het daarbij zou zijn gebleven. De benoeming is daarnaast namelijk ook in strijd met de Zorgbrede Governancecode en daarmee met door de branche zelf opgestelde regels.
De verschillende brancheorganisaties verenigd in BoZ hebben hierin in 2005 regels vastgesteld voor goed bestuur en toezicht van zorginstellingen. Artikel 3.2 lid 3 bepaalt dat een voormalig lid van een Raad van Toezicht gedurende een periode van drie jaar na het einde van zijn toezichthoudende functie niet benoembaar is tot lid van de Raad van Bestuur van diezelfde organisatie. Een heldere regel, met ook een begrijpelijke achtergrond. De Raad van Toezicht is in principe verantwoordelijk voor benoeming, schorsing en ontslag alsmede het vaststellen van de contractduur, passende beloning en andere arbeidsvoorwaarden van individuele leden van de Raad van Bestuur. Daarnaast betekent een directe overstap van de Raad van Toezicht naar de Raad van Bestuur, dat de bestuur-der moet worden beoordeeld door zijn ex-collega’s. Ter voorkoming van iedere belangenverstrengeling, althans de schijn daarvan, zou daarom een 3-jaarstermijn in acht moeten worden genomen.
In de situatie van het Maasstad Ziekenhuis speelt vanzelfsprekend mee dat de kritiek op de vertrekkende bestuurder ook uitstraalt op de Raad van Toezicht; welke blaam treft de toezichthouders in verband met de uitbraak van de Klebsiella bacterie? Dat is ongetwijfeld een vraag die uitgezocht zal worden door betrokken partijen, en hoe plausibel en vertrouwenwekkend is het dan om een van die toezichthouders als interim-bestuurder te benoemen?
Voornoemde Governancecode is in 2010 herzien, waarbij nog eens is benadrukt dat naleving ervan niet vrijblijvend is. Daarbij is (de toelichting op) het zogenoemde “pas toe of leg uit beginsel” aangescherpt. De gedachte achter dit beginsel is dat men “liever een intelligente afwijking van regels” ziet “dan een ondoordachte toepassing ervan”. Maar, aldus de herziene toelichting uit 2010, “het ‘pas toe of leg uit’-beginsel moet daarbij zo begrepen worden dat de regels uit deze code dienen te worden toegepast, tenzij de situatie van dien aard is dat het afwijken van de regels evident tot betere resultaten leidt. Over die afwijking moet altijd verantwoording worden afgelegd. Daarbij moeten die betere resultaten worden bezien vanuit het perspectief van de doelstellingen van de maatschappelijke onderneming en de goede besturing daarvan.”
Het Maasstad Ziekenhuis heeft aangegeven dat voor deze oplossing is gekozen omdat deze interim-bestuurder op korte termijn beschikbaar was; mensen met de juiste ervaring waren dat niet. Je kunt je afvragen of deze reactie afdoende is; wat mij betreft niet.
Wordt vervolgd.
mr. Femke van Ooijen, Wieringa Advocaten