Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft uitspraak gedaan op de hoger beroepen die drie fietsenfabrikanten en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) hebben ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam met betrekking tot een fietsenkartel.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Tijdens een bijeenkomst in juni 2000 in Zwolle hebben de betreffende fietsenfabrikanten informatie uitgewisseld – en daarmee naar het oordeel van het College onderlinge afstemming bereikt – over het doorberekenen van kostenstijgingen in de consumentenadviesprijzen voor fietsen alsmede over de hoogte van kortingen die door hen aan dealers worden verstrekt. Deze uitwisseling van informatie strekte er naar het oordeel van het College toe de mededinging op de fietsenmarkt te beperken. Dit is op grond van het nationale en het Europese mededingingsrecht niet toegestaan. Het College is dan ook van oordeel dat NMa de betreffende fietsenfabrikanten hiervoor terecht een boete heeft opgelegd.
De ernst van de door deze fietsfabrikanten begane overtreding van de mededingingsregels wordt door het College zwaarder beoordeeld dan de rechtbank dat heeft gedaan. In zoverre slaagt het hoger beroep van NMa. Het College heeft in de uitspraak de boetebedragen die de fietsenfabrikanten door NMa opgelegd hebben gekregen, opnieuw vastgesteld. De uiteindelijke boetes zijn wel lager dan de door NMa opgelegde boetes.