Op 21 september 2011 heeft de Rechtbank Rotterdam een uitspraak gedaan over de al dan niet terechte ontzetting uit het lidmaatschap (royement) van een lid van een vereniging. Een lid van een vereniging van amateur-tuinders is na vele waarschuwingen geroyeerd en zij komt daar in rechte tegen op. De rechtbank toetst dit vervolgens aan de daarvoor toepasselijke criteria. Maar welke criteria zijn dit precies, anders gezegd: hoe gaat het beëindigen van het lidmaatschap van een vereniging in zijn werk?
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De casus
Eiseres huurt een stukje grond van een vereniging van amateur-tuinders, waarop zij een volkstuintje heeft. Hiertoe is zij lid geworden van de vereniging. Door het lidmaatschap van deze vereniging is zij ook automatisch lid van de bond van amateur-tuinders waarbij de vereniging is aangesloten. Eiseres neemt het echter niet zo nauw met de regels die gelden op het tuinencomplex. In strijd met de regels fietst zij op het complex, rijdt zij daar met auto’s, overnacht zij er regelmatig, laat zij haar katten onaangelijnd buiten lopen, vervult zij haar werkbeurten niet, brengt zij de gemeenschappelijke karren niet terug, sluit ze het hek van het complex niet af en onderhoudt zij haar tuintje slecht. Gedurende een periode van anderhalf jaar wijst het bestuur haar er regelmatig op dat zij de voor de vereniging geldende regels overtreedt. Van het bestuur ontvangt zij uiteindelijk een laatste waarschuwing. In de correspondentie tussen partijen stelt mevrouw zich krenkend op.
Voor het bestuur van de vereniging is de maat vol; zij zegt het lidmaatschap van eiseres op. Eiseres wendt zich tot de Rechtbank Rotterdam. Zij vordert bij de rechtbank om het besluit dat hieraan ten grondslag ligt te vernietigen. Dit besluit is, volgens eiseres, in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, omdat de feitelijke gronden die aan het besluit ten grondslag liggen onjuist zouden zijn.
De Rechtbank Rotterdam acht de verstandhouding, tussen enerzijds eiseres en anderzijds het bestuur en een aantal leden van de vereniging, ernstig en duurzaam verstoord. De rechtbank komt voorts tot de conclusie dat dit vooral te wijten is aan het gedrag van eiseres. Die verstoorde verstandhouding is van dien aard dat het van de vereniging in redelijkheid niet verwacht kan worden dat zij het lidmaatschap langer laat voortduren. De opzegging is dus niet onredelijk en houdt stand.
Hoe gaan opzegging en royement in hun werk?
Op grond van artikel 2:35 eindigt het lidmaatschap onder andere door opzegging door de vereniging of door ontzetting uit het lidmaatschap (royement). Het verschil tussen een opzegging van het lidmaatschap en een royement hoeft, als de situatie voldoende is geëscaleerd, niet groot te zijn. Een opzegging kan plaatsvinden in de gevallen die in de statuten worden genoemd, bijvoorbeeld wanneer een lid niet meer aan de door de statuten gestelde vereisten voor het lidmaatschap voldoet, maar ook wanneer van de vereniging redelijkerwijs niet meer gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Ontzetting is alleen mogelijk wanneer een lid in strijd met de statuten, reglement of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap wordt in beginsel genomen door het bestuur.
Vereisten: formeel en inhoudelijk
Er zijn formele en feitelijke vereisten waaraan een opzegging of royement moet voldoen. Formeel gezien moet een bestuursbesluit zijn genomen, dat schriftelijk aan het lid bekend wordt gemaakt. Bij opzegging is de opzegtermijn, behoudens afwijkende regelingen in de statuten of ernstige gevallen, vier weken. Bij royement moet aan het geroyeerde lid de mogelijkheid van beroep (bij de ledenvergadering of een aangewezen derde) zijn gegeven. Die beroepstermijn is minimaal een maand. Bij royement komt daar nog bij dat het lid geschorst is tot en gedurende het beroep.
De meer feitelijke belangenafweging komt voort uit de redelijkheid en billijkheid; die schrijft voor dat degenen die bij de organisatie van de rechtspersoon zijn betrokken zich tegenover elkaar moeten gedragen naar wat door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. Een besluit tot royement of opzegging dat in strijd met deze norm tot stand is gekomen is vernietigbaar. Voor deze vennootschapsrechtelijke afweging worden de statuten en (alle) reglementen van de vereniging geraadpleegd. Er is echter meer; de contractuele redelijkheid en billijkheid vereist ook een toets aan de meer algemene vraag of het lid zich als een behoorlijk lid van de vereniging heeft gedragen. Een opzegging van het lidmaatschap is in dat kader in ieder geval gerechtvaardigd als de vereniging naar redelijkheid het lidmaatschap niet meer kan laten voortduren.
Conclusie
Er zal voordat een besluit tot opzegging of royement van een lid wordt genomen een belangenafweging gemaakt moeten worden, die de belangen van het lid afweegt tegen de belangen van de vereniging. Kan van de vereniging worden verwacht dat zij het lidmaatschap laat voortduren? Worden bij opzegging de juiste formaliteiten in acht genomen? In dit geval betreft het een vereniging van amateur-tuinders, maar dit kan bij iedere vereniging spelen. Vergelijkbare feitelijke afwegingen worden gemaakt voor de voetbalvereniging, de hockeyclub en (afhankelijk van haar rechtsvorm) voor de professionele belangenvereniging of branchevereniging. Bij de opzegging of het royement van een lid kunnen verstrekkende persoonlijke, maar evengoed ook zeer grote zakelijke belangen spelen. Een passend en tijdig ingewonnen advies komt dus goed van pas in de omgang met moeilijke leden.
mr. Mark Loef, Kneppelhout & Korthals Advocaten