Bij projectontwikkeling kan het te ontwikkelen project afhankelijk van of het al is verkocht aan een koper/belegger fiscaal de kwalificatie hebben van voorraad of onderhanden werk. Voor zover het project nog niet (deels) is verkocht, is (voor het onverkochte deel) sprake van voorraad.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De fiscale kwalificatie voorraad versus onderhanden werk heeft gevolgen voor de fiscale verwerking van diverse met dat project verband houdende kosten: activeren of direct ten laste van de winst brengen. In een feitelijke procedure van Rechtbank Arnhem kwamen bovengenoemde zaken onder meer aan de orde. De procedure betrof een projectontwikkelaar die in 2003 en 2004 diverse kosten had gemaakt voor de ontwikkeling van een voormalig campingterrein. De rechtbank besliste vervolgens welke kosten de projectontwikkelaar in 2003 en 2004 ten laste van de winst mocht brengen. Dat was naar de mate waarin al bouwkavels waren verkocht. Vanaf 1 januari 2007 zijn de regels voor de waardering van onderhanden werk gewijzigd. Het komt erop neer dat waardering moet plaatsvinden op de integrale kostprijs (variabele kosten plus aandeel in de constante kosten) plus een winstopslag. Op onderhanden werk moet dus al tussentijds winst worden genomen. Tot 1 januari 2007 moest onderhanden werk ten minste worden gewaardeerd voor de daaraan bestede direct toerekenbare kosten plus eventueel (en dus niet verplicht) het constante deel van de algemene kosten.
Bij projectontwikkeling kan het te ontwikkelen project afhankelijk of het al is verkocht aan een koper/belegger fiscaal de kwalificatie hebben van voorraad of onderhanden werk. Voor zover het project nog niet (deels) is verkocht, is (voor het onverkochte deel) sprake van voorraad. De fiscale kwalificatie voorraad versus onderhanden werk heeft gevolgen voor de fiscale verwerking van diverse met dat project verband houdende kosten: activeren of direct ten laste van de winst brengen. Bij een project dat nog kwalificeert als voorraad (een voor de omzet bestemde zaak) moeten kosten worden geactiveerd voor zover deze direct toerekenbaar zijn aan de voorbereiding van de ontwikkeling van de grond.
Tot 1 januari 2007 moest onderhanden werk ten minste worden gewaardeerd voor de daaraan bestede direct toerekenbare kosten plus eventueel (en dus niet verplicht) het constante deel van de algemene kosten. Vanaf 1 januari 2007 zijn de regels voor de waardering van onderhanden werk (stoffelijke zaken) en onderhanden opdracht (dienstverlening) gewijzigd. Het komt erop neer dat waardering moet plaatsvinden op de integrale kostprijs (variabele kosten plus aandeel in de constante kosten) plus een winstopslag. Op onderhanden werk en onderhanden opdracht moet al tussentijds winst moet worden genomen.
In een recente feitelijke procedure van Rechtbank Arnhem kwamen bovengenoemde zaken onder meer aan de orde. (In dit bericht gaan we alleen op dit onderdeel in.) De procedure betrof een projectontwikkelaar die in 2003 en 2004 diverse kosten had gemaakt voor de ontwikkeling van een voormalig campingterrein. De projectontwikkeling had geleid tot tientallen bouwkavels waarvan in 2003 en 2004 een aantal was verkocht. De projectontwikkelaar had diverse kosten van het project in 2003 en 2004 ten laste van de winst gebracht. De inspecteur weigerde daarvan de aftrek en was van mening dat deze kosten alleen ten laste van winst mochten worden gebracht naar de mate waarin de bouwkavels waren verkocht. Dat leidde ertoe dat het grootste gedeelte van deze kosten in 2003 en 2004 nog moest worden geactiveerd.
De rechtbank stelde op basis van de feiten vast dat de betwiste kosten kwalificeerden als directe kosten die toerekenbaar waren aan de voorbereiding van de ontwikkeling van de grond. Het betroffen kosten gemoeid met het bouwrijp of verkoopklaar maken van de grond. Naar het oordeel van de rechtbank moeten deze kosten naar hun aard worden geactiveerd als voorraad respectievelijk onderhanden werk, (naar gelang de bouwkavels nog niet respectievelijk reeds wel waren verkocht – red). Verder mochten deze kosten ten laste van de winst worden gebracht bij de verkoop van de afzonderlijke bouwkavels.
Voor de rechtbank verklaarde de inspecteur dat financieringskosten toch niet hoefden te worden geactiveerd. Dat leidde voor 2003 tot een kleinere winstcorrectie. Dat had de instemming van de rechtbank. De Hoge Raad had namelijk in een arrest uit 1982 al eens in deze zin beslist.
De rechtbank verklaarde voor 2003 het beroep gegrond en stelde de bedragen van de belastbare winsten over 2003 en 2004 vast.