De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft vandaag een staatloos echtpaar niet-ontvankelijk verklaard in hun bezwaar tegen hun uitzetting uit Nederland naar Oekraïne.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Vooraf
Een staatloos echtpaar vroeg in 2008 asiel aan in Nederland. Het echtpaar wil uiteindelijk terug naar de Verenigde Staten waar het langere tijd heeft gewoond. De IND wees de asielverzoeken namens de minister voor Immigratie en Asiel af. De laatste afwijzing werd in februari 2011 onherroepelijk door een uitspraak van de rechtbank.
Deze rechtszaak
In deze zaak gaat het om het besluit van de minister om het echtpaar daadwerkelijk uit te zetten naar Oekraïne op 8 december 2011. Die uitzetting is niet doorgegaan omdat de rechter dat toen verbood. Het echtpaar wil nu van de rechter een oordeel over de rechtmatigheid van de uitzetting. Volgens de Raad van State als hoogste bestuursrechter, kunnen mensen echter niet zonder meer naar de rechter stappen tegen een besluit tot feitelijke uitzetting. Dat kan alleen in uitzonderlijke gevallen. De rechter moet in deze zaak eerst beoordelen of er tot 8 december 2011 sprake was van zo’n uitzonderlijk geval en kan eventueel daarna pas naar de inhoud van het besluit kijken.
Standpunt echtpaar
Volgens het echtpaar was er een uitzonderlijke situatie, onder meer omdat de IND niet heeft onderzocht of terugkeer naar Oekraïne daadwerkelijk mogelijk was. Het echtpaar is staatloos, heeft geen verblijfsvergunning voor Oekraïne en zal die ook niet krijgen.
Standpunt minister
De IND stelt dat de uitzetting op 8 december 2011 rechtmatig was. Volgens de Oekraïense autoriteiten zou het echtpaar worden toegelaten tot Oekraïne en zou voor opvang worden gezorgd. Daarnaast stelt de IND dat het echtpaar in Oekraïne onder de directe verantwoordelijkheid van de Oekraïense autoriteiten zou komen te staan. Die autoriteiten zijn in staat gehoor te geven aan de uitspraken van Oekraïense rechters die eerder al bepaalden dat de Oekraïense autoriteiten verplicht zijn om het echtpaar te laten terugkeren naar de Verenigde Staten.
Er is na 8 december jl. echter een brief uit Oekraïne gekomen, waarin niet is bevestigd dat het echtpaar tot Oekraïne wordt toegelaten. De IND geeft nu aan dat het echtpaar niet eerder wordt uitgezet dan dat de Oekraïense autoriteiten bevestigen dat het echtpaar tot Oekraïne wordt toegelaten. Omdat deze informatie na 8 december is gekomen, mag de bestuursrechter deze niet meewegen in zijn oordeel in deze zaak.
Oordeel rechtbank
De rechtbank komt tot het oordeel dat er tot 8 december jl. geen sprake was van een uitzonderlijke omstandigheid waardoor het echtpaar hun bezwaar tegen de uitzetting aan een rechter zou kunnen voorleggen. De rechtbank oordeelt dat de argumenten die het echtpaar aanvoert al zijn meegewogen in de asielprocedure, of geen relevante nieuwe feiten opleveren. De rechtbank verklaart het bezwaar tegen de uitzetting daarom niet-ontvankelijk.
De gevolgen
Zowel het echtpaar als de IND kunnen tegen deze beslissing binnen vier weken beroep instellen bij de Raad van State.
Mocht de IND een nieuwe poging ondernemen het echtpaar uit te zetten, kan het echtpaar verder hiertegen weer bezwaar maken.