Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd ingediend. Het wetsvoorstel is een uitwerking van het Lenteakkoord van 26 april 2012.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Enkele hoofdlijnen uit het wetsvoorstel zijn de volgende. In 2013, 2014 en 2015 gaat de AOW-leeftijd jaarlijks omhoog met één maand, voor de periode 2016 tot en met 2018 jaarlijks met twee maanden en in 2019 met drie maanden. In 2019 ligt de AOW-leeftijd dan op 66 jaar. In uiterlijk 2024 ligt de AOW-leeftijd op 67 jaar. Daarna wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld.
Er komt een overgangsregeling die de omvang van de inkomensgevolgen beperkt voor mensen die weinig mogelijkheden hebben om het AOW-inkomensverlies te compenseren. De AOW-opbouwperiode blijft 50 jaar en schuift op met de AOW-leeftijd. In 2014 gaat de pensioenleeftijd voor aanvullende pensioenen (de tweede pijler, dienstbetrekking) omhoog naar 67 jaar. Met deze maatregel wordt uitsluitend de nieuwe opbouw geraakt. Per 1 januari 2014 gaan de fiscaal maximale opbouwpercentages voor het aanvullend pensioen (via het middelloonsysteem of het eindloonsysteem), het maximumpremiepercentage voor pensioenopbouw via een lijfrente (derde pijler) en het maximumdotatiepercentage aan de fiscale oudedagsreserve (een oudedagsvoorziening voor ondernemers) omlaag. Het wetsvoorstel treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking.
Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd ingediend. Het wetsvoorstel is een uitwerking van het Lenteakkoord van 26 april 2012. In het wetsvoorstel komen veel herkenbare elementen terug uit een voorontwerp van het wetsvoorstel Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW dat minister Kamp op 21 juni 2011 naar de Tweede Kamer had gezonden. De hoofdlijnen uit het onderhavige wetsvoorstel zijn de volgende.
Eerste pijler oudedagsvoorziening (AOW)
In 2013, 2014 en 2015 gaat de AOW-leeftijd jaarlijks omhoog met één maand, voor de periode 2016 tot en met 2018 jaarlijks met twee maanden en in 2019 met drie maanden. Daardoor ligt in 2019 de AOW-leeftijd op 66 jaar. In de periode 2020 tot en met 2023 wordt de AOW-leeftijd jaarlijks met drie maanden verhoogd. In uiterlijk 2024 ligt de AOW-leeftijd dan op 67 jaar. Daarna wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld. Er komt een overgangsregeling die de omvang van de inkomensgevolgen beperkt voor mensen die weinig mogelijkheden hebben om het AOW-inkomensverlies te compenseren. De AOW-opbouwperiode blijft 50 jaar en schuift op met de AOW-leeftijd.
Tweede pijler oudedagsvoorziening (aanvullend pensioen uit dienstbetrekking)
In 2014 gaat de pensioenleeftijd voor aanvullende pensioenen (de tweede pijler: dienstbetrekking) omhoog naar 67 jaar. Met deze maatregel wordt uitsluitend de nieuwe opbouw geraakt. In aanvulling op de verhoging van de richtleeftijd, worden de fiscaal maximale opbouwpercentages voor het aanvullend pensioen (middelloonstelsel en eindloonstelsel met 0,1%-punt neerwaarts aangepast naar 2,15% respectievelijk 1,9%.
Derde pijler oudedagsvoorziening
Ook het maximumpremiepercentage voor pensioenopbouw via een lijfrente (derde pijler) gaat per 2014 omlaag van 17% naar 15,5%. Daarna daalt het premiepercentage steeds met 0,6%-punt voor ieder jaar dat de pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd. Het maximumdotatiepercentage aan de fiscale oudedagsreserve (een oudedagsvoorziening voor ondernemers) gaat in 2014 omlaag van 12% naar 10,9% . Daarna daalt dit percentage steeds met 0,4%-punt voor ieder jaar dat de fiscale pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd.
Het wetsvoorstel treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking.