Vanaf 1 juli 2012, met inwerkingtreding van de ‘Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad‘, is het mogelijk de Hoge Raad al in een vroeg stadium in het proces tussen partijen te betrekken (art. 392 t/m art. 394 Rv).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In het kort houdt deze wet in dat de rechter (zowel in eerste aanleg als in appèl), zelfstandig of op verzoek van een van de partijen, de rechtsvraag waar het in het geschil om gaat ter beantwoording kan voorleggen aan de Hoge Raad. Op basis van het antwoord van de Hoge Raad kan de rechter dan een beslissing nemen. Met deze prejudiciële procedure wordt beoogd dat belangrijke rechtsvragen over maatschappelijk relevante en veel voorkomende juridische problemen eenvoudig en snel aan de Hoge Raad kunnen worden voorgelegd.
Niet alle vragen komen voor de prejudiciële procedure in aanmerking, maar alleen die rechtsvragen die in een aanzienlijk aantal zaken aan de orde zijn. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om een groot aantal zaken voortvloeiend uit hetzelfde feitencomplex (‘massaschade’-gevallen), of wanneer het gaat om een vraag die speelt in een groot aantal vergelijkbare zaken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de uitleg van nieuwe wetgeving.
De winst die met deze procedure behaald kan worden is uiteraard de snelheid waarmee een definitieve beslissing op een rechtsvraag kan worden verkregen zonder dat uitputting van rechtsmiddelen nodig is. De Hoge Raad heeft zelf aangegeven dat een prejudiciële procedure hoge prioriteit heeft en de verwachting uitgesproken dat een prejudiciële procedure tussen de zes en twaalf maanden zal duren. De praktijk zal het leren….
mr. Margot van Beurden, Van Benthem & Keulen