De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Beëindiging verplichting tot het aanbesteden van huishoudelijke verzorging. Het wetsvoorstel strekt ertoe in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een bepaling op te nemen waarin expliciet staat dat het verlenen van huishoudelijke verzorging niet hoeft te worden aanbesteed.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het wetsvoorstel beoogt hiermee de kwaliteit van dit type zorg te verbeteren. Concurrentie en marktwerking in de zorg gaan volgens de indiener van het wetsvoorstel, SP-lid Leijten, ten koste van de kwaliteit, scholing en arbeidsomstandigheden van het personeel. Daarnaast zou aanbesteding leiden tot concurrentie op prijs en niet tot verbetering van de prijs-kwaliteitverhouding. Het wetsvoorstel voorziet in een plicht voor gemeenten om te zorgen voor de continuïteit van de huishoudelijke zorg van een kwalitatief hoog niveau.
De tegenstemmers stellen dat het wetsvoorstel strijdig is met andere wetgeving en internationale verdragen. Uit Europese regelgeving volgt dat overheidsopdrachten voor het verrichten van diensten, zoals zorgtaken die grotendeels schoonmaak behelzen, met een geraamde waarde van ten minste 200.000 euro (exclusief btw) aanbestedingsplichtig blijven. Ook voor andere diensten moet mogelijk concurrentiestelling plaatsvinden indien sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang. De ministerraad heeft de wijziging, hoewel die al door de Eerste en Tweede Kamer is aangenomen, voordat zij tot eventuele bekrachtiging over zal gaan, voorgelegd aan de Europese Commissie. Kamerlid Leijten noemt de situatie absurd en ongrondwettelijk en beraadt zich op mogelijke stappen tegen deze procedure.
mr. Gijs Verberne, Van Doorne