Eind 2010 schreef ik over een opvallende uitspraak waarin het Amsterdamse Gerechtshof oordeelde dat een beroep op nietigheid van een ontslag – dat normaalgesproken binnen zes maanden moet worden gedaan – in een heel bijzondere situatie nog na anderhalf jaar kon worden toegewezen. Heel in het kort bestond het bijzondere van deze zaak er uit dat de werknemer werd ontslagen wegens gedragingen die op zich zonder meer grond voor ontslag op staande voet rechtvaardigden, ware het niet dat de werkgever wist dat deze gedragingen door een acute psychische ziekte werden veroorzaakt, en het juist deze ziekte was die lange tijd de werknemer belette de nietigheid van het ontslag in te roepen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De werkgever is van is van dit oordeel in cassatie gekomen. de Hoge Raad heeft echter kort geleden her arrest van het Hof bekrachtigd.
Dat is heel bijzonder: de betreffende termijn is een zgn vervaltermijn; dat wil zeggen dat wie niet binnen die termijn zijn recht geldend maakt, dit recht verliest. Het idee daarachter is dat niet alleen de beide partijen, maar op enig moment ook de maatschappij als zodanig, er belang bij heeft dat er duidelijkheid ontslaat over het al dan niet nog bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Voor deze werkgever wordt daarop een uitzondering gemaakt omdat het “onbetamelijk” (een zware term in het Nederlandse recht) werd geacht dat een werkgever die willens en wetens een zieke werknemer ontslaat juist vanwege de symptomen van die ziekte, en dat op staande voet, zodat die werknemer iedere aanspraak op inkomen verliest, baat zou hebben bij het feit dat deze zelfde ziekte tot gevolg had dat het langer dan zes maanden duurde voor de man de nietigheid van dat ontslag kon inroepen.
Wie een mogelijk geesteszieke werknemer ontslaat zal met deze uitspraak rekening moeten houden.
mr. Wikke Kootstra, Wieringa Advocaten