In artikel 7:658 BW wordt de aansprakelijkheid van de werkgever voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt geregeld. Het artikel gaat ervan uit dat een werkgever voor de schade aansprakelijk is tenzij de werkgever aan kan tonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Deze zorgplicht heeft niet alleen betrekking op de inrichting van en het onderhoud van de lokalen, werktuigen en de gereedschappen waarin of waarmee een werknemer arbeid moet verrichten, maar ook de instructie die de werkgever aan de werknemer dient te geven bij het gebruik daarvan. Wat in redelijkheid van een werkgever mag worden verlangd hangt af van de omstandigheden van het geval. Over deze zorgplicht oordeelde de rechtbank ’s-Gravenhage onlangs.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werknemer werkt sinds 2001 als metselaar. Op 6 december 2005 heeft er een bedrijfsongeval plaatsgevonden toen werknemer een stalen nagel in een buitenmuur wilde slaan voor het spannen van een draad om dorpels te kunnen plaatsen op een nieuwbouwproject. Een deel van de nagel is weggeschoten en in het oog van werknemer terechtgekomen, waardoor werknemer letsel heeft opgelopen.
Naar aanleiding van het ongeval heeft de arbeidsinspectie een rapport gemaakt en geconcludeerd dat geen verband kan worden vastgesteld tussen een overtreding van de arbeidsomstandighedenwet 1998 en de oorzaak van het ongeval. Ook staat in het rapport dat er geen wettelijke verplichting is tot het dragen van een veiligheidsbril in gevallen als het onderhavige en dat het ook niet gebruikelijk is.
Werknemer en werkgever
Werknemer wendt zich tot de rechtbank en verzoekt voor recht te verklaren dat werkgever aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. Werknemer legt daaraan ten grondslag dat hij door het ongeval schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Werkgever heeft haar zorgplicht voor het bieden van een veilige werkomgeving geschonden doordat werkgever het dragen van een veiligheidsbril bij het verwerken van de nagels niet verplicht heeft gesteld. Op de verpakking staat dat bij het verwerken van de nagels een veiligheidsbril gedragen moet worden. Werkgever heeft het risico dat werknemer oogletsel zou kunnen oplopen niet voldoende onderkend.
Werkgever voert verweer en stelt niet aansprakelijk te zijn. Zij heeft zich daadwerkelijk ingezet voor een actief veiligheidsbeleid. Zo heeft zij periodiek melding gemaakt van het feit dat het dragen van een veiligheidsbril verplicht is bij bijzondere timmerwerkzaamheden. De werkzaamheden van werknemer waren slechts eenvoudige timmerwerkzaamheden, waarvoor geen instructie tot het dragen van een veiligheidsbril gold. Ook is het risico op het breken van spijkers zo voor de hand liggend dat zij werknemer niet had hoeven waarschuwen. Bovendien is de kans klein dat wanneer een nagel afbreekt het in het gezicht van een werknemer terecht komt en letsel veroorzaakt.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat niet is gebleken van opzet of bewuste roekeloosheid van werknemer. Ook oordeelt de rechtbank dat de waarschuwing op de verpakking van de nagels niet zonder meer een verplichting voor werkgever schept om het dragen van een veiligheidsbril verplicht te stellen. De waarschuwing heeft waarschijnlijk tot doel het uitsluiten van enige productaansprakelijkheid voor de producent. Werkgever heeft verder onvoldoende gesteld dat dergelijke timmerwerkzaamheden door haar ervaren werknemers dagelijks vele malen worden uitgevoerd en dat daarbij nog nooit letsel is ontstaan. Dat er waarschijnlijk geen letsel was geweest als werknemer een bril had opgehad brengt echter niet met zich mee dat werkgever het risico had moeten onderkennen en ook een veiligheidsbril ter beschikking had moeten stellen. Aangezien ook het rapport van de arbeidsinspectie oordeelt dat er geen wettelijke verplichting bestaat tot het dragen van een veiligheidsbril bij dergelijke werkzaamheden én dat het bij dit soort werk ook niet gebruikelijk is, oordeelt de rechter dat werknemer niet zodanige risico’s liep voor schade aan zijn ogen dat werkgever daar rekening mee had behoren te houden en een veiligheidsbril verplicht had moeten stellen. Het verzoek van werknemer wordt afgewezen nu werkgever zijn zorgplicht is nagekomen.
mr. Mieke Dijkman, Van Diepen Van der Kroef Advocaten