Op 7 juli 2011 heeft de kantonrechter te Heerlen de arbeidsovereenkomst van een doktersassistente ontbonden en een vergoeding toegekend van € 113.135,09 (C = 1).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werkneemster is op 1 november 1973 bij (de rechtsvoorganger van) de maatschap in dienst getreden in de functie van doktersassistente. De maatschap verzocht de rechtbank om de arbeidsovereenkomst op kortst mogelijke termijn te ontbinden op grond van gewichtige redenen, bestaande uit een verandering in omstandigheden. Het volgende is er voorgevallen.
Op 10 maart 2011 is de maatschap geconfronteerd met een klacht van de zoon van een minder valide en afhankelijke bejaarde patiënt over werkneemster. Werkneemster zou de patiënt geld hebben afgetroggeld. Zo had de zoon van de bejaarde patiënt vernomen dat werkneemster tijdens een huisbezoek in verband met het zetten van een griepspuit, desgevraagd, haar naam en rekeningnummer aan zijn vader hebben gegeven. De aanleiding hiervoor zou zijn het gesprek dat werkneemster met de patiënt had gevoerd over haar slechte (financiële) arbeidsomstandigheden c.q. slechte pensioenvoorziening zijn.
Op 18 november 2010 zou er een bedrag van € 2.500,– aan werkneemster zijn overgemaakt, waarna de zoon dit bedrag heeft gestorneerd. Echter, op 24 november 2010 is er alsnog een bedrag van € 100,– aan werkneemster overgemaakt en door haar in ontvangst genomen. De maatschap was geschrokken van de klacht, niet alleen vanwege de ontstane schade in de relatie met een afhankelijke patiënt, maar ook omdat door de handelwijze van werkneemster de integriteit van de praktijk in het geding was. Op 15 maart 2011 heeft de maatschap werkneemster in kennis gesteld van de klacht en haar diezelfde dag nog op non-actief gesteld.
De maatschap stelde dat het een gouden regel in de (medische) hulpverlening is om geen giften of bevoordelingen aan te nemen van degenen tot wie een hulpverlener in een behandelingsrelatie staat. De maatschap benadrukte daarbij dat juist van werkneemster, die al zoveel jaren als doktersassistente werkzaam was, mocht worden verwacht dat zij wist dat het aannemen van beloningen van afhankelijke mensen uit den boze is. Door de handelswijze van werkneemster was de vertrouwensrelatie tussen werkneemster en de maatschap enorm onder druk komen te staan. De schending van het vertrouwen en de geschonden integriteit zouden een toekomstige samenwerking met werkneemster onmogelijk maken, aldus de maatschap.
Verweer werkneemster
Werkneemster ontkende dat zij geld heeft afgetroggeld door te zinspelen op haar slechte beloning c.q. pensioenvoorziening. De patiënt wilde werkneemster een aardigheidje voor de Kerst geven omdat hij haar al zolang, meer dan 30 jaar, kende. Naar aanleiding hiervan heeft werkneemster zonder verdere bedenkingen, desgevraagd, haar rekeningnummer aan de patiënt gegeven. Zij heeft de patiënt later bedankt voor de gift die op 24 november 2010 naar haar rekening was overgeboekt onder vermelding van “prettige feestdagen”.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter was van oordeel dat de arbeidsverhouding tussen partijen inmiddels zo ernstig was verstoord dat een vruchtbare samenwerking niet meer viel te verwachten. De arbeidsovereenkomst diende dan ook op korte termijn te worden ontbonden. De kantonrechter overwoog verder dat bij die ontbinding aan werkneemster een vergoeding zou worden toegekend, op basis van C=1 in termen van de kantonrechtersformule, zijnde € 113.135,09.
De kantonrechter heeft hierbij op de volgende aspecten gelet. Werkneemster had al 37 jaar lang haar werk naar behoren verricht, waarvan de laatste 25 jaar voor de maatschap. Deze goede, ervaren, oudere werkneemster had eenmalig een gift van € 100,– ontvangen van een patiënt die haar als professional al heel lang kende. Voorts was op geen enkele wijze komen vast te staan dat werkneemster de patiënt eerder bij het huisbezoek zover had gekregen dat een bedrag van € 2.500,– zou worden overgemaakt. Er was dus geen sprake van oplichting of diefstal.
Tot slot zouden giften vaker gedaan en geaccepteerd worden in de dokterspraktijk van alledag, bijvoorbeeld in de vorm van bloemen, vlaai, kadobonnen of een geldbedrag. Het zou niet per se onethisch zijn om dergelijke giften te accepteren, het kan zelfs beledigend zijn om een eenvoudige gift, gegeven uit de grond van het hart te weigeren. Natuurlijk zijn er daarbij grenzen. Dit zou het geval zijn geweest indien werkneemster het bedrag van € 2.500,– had ontvangen en behouden.
In de onderhavige zaak heeft de kantonrechter geoordeeld dat een vergoeding van € 113.135,09 bruto rechtvaardig was. Zo had het op de weg gelegen van werkneemster om haar werkgever over de ontvangst van deze gift te consulteren. Echter, tegelijkertijd kwalificeerde de kantonrechter het behoud van deze gift van € 100,– zonder de werkgever daarover te consulteren als niet meer dan een eenmalige uitglijder. De kantonrechter was van oordeel dat werkgever werkneemster niet meteen op non-actief had mogen stellen. Hierdoor heeft de werkgever bijgedragen aan het vanaf dat moment ernstig verstoord raken van de arbeidsverhouding. Het was daarmee voor een deel te verwijten aan werkneemster maar voor een minstens even groot deel aan de maatschap.
Conclusie
Het is aan te bevelen om als werkgever niet klakkeloos een klacht als waarheid aan te nemen en een werkneemster op non-actief te stellen. Enig onderzoek en andere minder rigoureuze maatregelen zoals een officiële waarschuwing zouden in een dergelijke situatie meer gepast zijn.
mr. Mattia Savenije, Van Diepen Van der Kroef Advocaten