Men is gebonden aan een afspraak of overeenkomst met de belastingdienst, tenzij deze ‘evident’ in strijd is met de wet of in strijd is met de goede zeden en openbare orde. Dit uitgangspunt leidde ertoe dat een bv in 2004 toch was gebonden aan een oud type royaltyruling over de hoogte van een fiscaal aanvaardbare vergoeding voor royalty-activiteiten en de hoogte van met de vennootschapsbelasting te verrekenen buitenlandse bronbelasting over de ontvangen royalty’s.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Men is gebonden aan een afspraak of overeenkomst met de belastingdienst, tenzij deze ‘evident’ in strijd is met de wet of in strijd is met de goede zeden en openbare orde. Dit uitgangspunt leidde volgens Hof Amsterdam ertoe dat een bv in 2004 toch was gebonden aan een oud type royaltyruling over de hoogte van een fiscaal aanvaardbare vergoeding voor royalty-activiteiten en de hoogte van met de vennootschapsbelasting te verrekenen buitenlandse bronbelasting over ontvangen royalty’s.
Een bv had op 29 maart 2001 een ruling aangevraagd, twee dagen voordat in Nederland de nieuwe rulingpraktijk, APA/ATR-praktijk, in werking was getreden. De afgegeven ruling viel nog onder de oude praktijk. Volgens de ruling zou de bv een bepaald percentage (max 7%) over de netto ontvangen royalty’s (ontvangen minus betaalde royalty’s) als winst verantwoorden. Dit winstbestanddeel uit royalty-activiteiten staat ook wel bekend als de ‘spread’. Daarbij mocht de bv de ingehouden bronbelasting op royalty-ontvangsten verrekenen met in Nederland verschuldigde vennootschapsbelasting voor zover deze naar evenredigheid drukken op de in de belastingheffing betrokken spread.
Onder de nieuwe rulingpraktijk is de clausule van evenredige verrekening vervangen door een volledige verrekening volgens de van toepassing zijnde belastingverdragen of het Besluit voorkoming dubbele belasting. Daardoor was de bv nadeliger uit dan zij onder de nieuwe rulingpraktijk zou zijn. De bv wilde daarom van de rulingovereenkomst af en trok daarvoor alle registers open. Het mocht haar echter niet baten. Van situaties die mochten leiden tot het niet hoeven nakomen van gemaakte afspraken was volgens het hof niet gebleken.