De AFM heeft bekend gemaakt haar werkwijze voor het vorderen van informatie tijdens onderzoeken (tijdelijk) aan te passen. Aanleiding voor de wijziging is de uitspraak van 5 september jl. van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, waarover wij op 18 september jl. berichtten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Werkwijze kopieën verstrekken
De werkwijze van de AFM omvatte voordien blijkens vermelde uitspraak ook verzoeken aan onder toezicht staande instellingen om kopieën van zakelijke gegevens (per post) bij de AFM aan te leveren, alsmede het opleggen van dwangsommen als daaraan niet (adequaat) werd voldaan.
De Voorzieningenrechter schorste in de genoemde uitspraak een aantal dwangsom- en publicatiebesluiten van de AFM, verwijzend naar de wetstoelichting inhoudende dat de bevoegdheid van de toezichthouder om inlichtingen te vorderen (artikel 5:16 Awb) de onder toezicht gestelde verplicht naar waarheid te antwoorden. Het verstrekken van kopieën van zakelijke gegevens valt hier (dus) niet onder. Wel bevat de Awb aanvullende bevoegdheden van toezichthouders om zelf ter plaatse kopieën van zakelijke gegevens te (komen) maken.
De AFM stelt volgens de nieuwe werkwijze de onder toezicht gestelde instellingen voor de keuze om de gegevens op te sturen, of de AFM komt ter plaatse langs om zelf kopieën te maken. Een document dat de nieuwe werkwijze beschrijft, is niet gepubliceerd. In lijn met de uitspraak van de Voorzieningenrechter zal alleen handhavend kunnen worden opgetreden tegen weigeringen medewerking te verlenen aan dit onderzoek ter plaatse, of het niet naar waarheid antwoorden op directe vragen van de AFM.
Rechtmatig verkregen bewijs?
De AFM maakt op haar website duidelijk dat de wijziging tijdelijk is en dat zij het niet eens is met de uitspraak van de Voorzieningenrechter. Ook maakt zij duidelijk dat zij van mening is dat zij gebruik moet kunnen blijven maken van informatie die zij heeft ontvangen in reactie op reeds opgelegde lasten onder dwangsom, en dat dit dus rechtmatig bewijs is, ook al was de dwangsom om de gegevens te verkrijgen in het licht van de uitspraak van de Voorzieningenrechter ten onrechte.
Opvallend is dat de Voorzieningenrechter in juni 2012 en recent op 27 september 2012 in andere zaken oordeelde dat wel lasten onder dwangsom zouden kunnen worden opgelegd wegens het niet verstrekken van opgevraagde gegevens. De onderbouwing in de juni 2012 uitspraak (LJN: BW9478) verwijst naar Kamervragen over de verhouding tussen de Awb en de (voorloper van de) Wet bescherming persoonsgegevens en andere privacywetgeving. Het feit dat in deze parlementaire stukken de term “gegevensverstrekking” in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt gebezigd, achten wij onvoldoende om artikel 5:16 Awb aldus uit te leggen dat onder het vorderen van inlichtingen ook het verstrekken van kopieën van zakelijke gegevens moet worden verstaan.
Uit het nieuwsbericht maken wij op dat de AFM zich beraadt op een bodemzaak om deze principiële vraag aan de Rechtbank voor te leggen. Wordt dus vervolgd.
