Recent heeft DNB een uitgebreide brief gestuurd aan pensioenfondsen die een voornemen tot korten hebben geuit. In die brief geeft DNB aan wat van de fondsen wordt verwacht ten aanzien van het doorvoeren van kortingsmaatregelen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Evenwichtige belangenafweging
De toezichthouder geeft in de brief aan dat het kortingsbesluitbesluit “zorgvuldig” en “in overeenstemming met de norm van evenwichtige belangenafweging” dient te worden genomen en uitgevoerd. DNB refereert hiermee aan de open norm van artikel 105 lid 2 van de Pensioenwet. Kort gezegd houdt die norm in dat het bestuur zich naar de belangen van alle betrokkenen bij de korting richt, het besluitvormingsproces goed documenteert, de verschillende alternatieve herstelmogelijkheden zorgvuldig tegen elkaar afweegt en regelmatig de (voorgenomen) kortingsbesluiten toetst aan de in de loop der tijd mogelijk gewijzigde omstandigheden. Het bestuur van het pensioenfonds moet er steeds voor waken dat een eenmaal ingeslagen weg niet leidt tot een tunnelvisie.
Gedifferentieerde korting
DNB maakt in de brief onderscheid tussen een “evenredige” en “gedifferentieerde” korting. Bij dat onderscheid rijzen praktische vragen als: mag een pensioenfonds bepaalde (groepen) deelnemers uitzonderen van een kortingsmaatregel? Zo ja, welk onderscheid is nog toelaatbaar? Immers kan een gedifferentieerde korting op gespannen voet staan met de norm van evenwichtige belangenafweging. Bovendien dient bedacht te worden dat het maken van ongerechtvaardigd onderscheid in beginsel ook op andere grondslagen is verboden. Direct (of indirect) leeftijdsonderscheid kan bijvoorbeeld aan de orde zijn, wanneer het fonds besluit de rechten van oudere deelnemers of pensioengerechtigden minder of niet te korten.
Uitsmeren van de kortingsmaatregel
Al eerder berichtte DNB over het “uitsmeren” van een kortingsmaatregel over verschillende jaren. In dat kader werd ook gesproken over een maximering van de korting in april 2013 op 7%. Vraag is echter in hoeverre een kortingsmaatregel gespreid mag worden over verschillende jaren. Daarbij zij vooropgesteld dat de maximering op 7% geen verplichting is voor pensioenfondsen. Integendeel, een fonds moet steeds bij zichzelf nagaan of het verantwoord is om de maatregel gespreid uit te voeren. Per slot van rekening is het bestuur ervoor verantwoordelijk dat het fonds aan het einde van de wettelijke hersteltermijn beschikt over het minimaal vereist eigen vermogen. Reden voor een niet-gespreide korting kan zijn dat het fonds meent dat een gemaximeerde korting leidt tot langere onzekerheid. Van belang is dat het maximeren van een korting ertoe leidt dat de financiële herstel van het fonds uitgesteld wordt, terwijl het fonds doorgaat met op dat moment te hoge pensioenuitkeringen.
Het Pensioenteam van Van Doorne kan u adviseren over hoe uw fonds op een verantwoorde wijze tot een kortingsbesluit kan komen en hoe het daar, indachtig de evenwichtige belangenafweging, uitvoering aan kan geven. Onder meer over de concrete invulling van de vereiste zorgvuldigheid, maar ook over de mogelijke aansprakelijkheid van het fonds en van de fondsbestuurders. Dat advies kan ook zien op de praktische aspecten van kortingsmaatregelen. Hoe bijvoorbeeld om te gaan met het spreiden van een korting of het te zijner tijd ongedaan maken van de kortingsmaatregels (vanzelfsprekend pas als de financiële situatie van het fonds dit weer toelaat)?
