Ouders die als vreemdeling niet tot Nederland zijn toegelaten en die al langere tijd met hun kinderen in Nederland zijn, kunnen aan internationaal recht en de Algemene kinderbijslagwet geen aanspraak op verzekering voor de kinderbijslag ontlenen, zo oordeelt de Hoge Raad vandaag.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In verschillende zaken maakten ouders bezwaar tegen de afwijzing van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van hun aanspraak op verzekering voor de kinderbijslag. De verschillende rechtbanken die deze zaken behandelden, volgden het standpunt van de SVB. De ouders zijn vervolgens in hoger beroep gegaan bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Die verklaarde de beroepen gegrond (LJN: BR1905). De SVB ging tegen deze uitspraak in cassatie. Advocaat-generaal Wattel adviseerde de Hoge Raad het cassatieberoep van de SVB gegrond te verklaren. De Hoge Raad komt tot dezelfde slotsom en vernietigt de uitspraak van de CRvB.
De ouders in deze zaak zijn in verband met hun verblijfsstatus niet verzekerd voor de kinderbijslag. Zij zijn als vreemdelingen niet tot Nederland toegelaten volgens de Vreemdelingenwet. Sommigen verblijven al jaren in Nederland. De Koppelingswet sluit hen uit van de aanspraak op verzekering voor de kinderbijslag.
Deze zaak draait om de vraag of die uitsluiting discriminatie oplevert volgens internationaal recht. Dat is niet het geval, oordeelt de Hoge Raad. De uitsluiting van de kinderbijslagverzekering is niet in strijd met het recht op familie- en gezinsleven (artikel 8 van het Europese Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)) in samenhang met het verbod van discriminatie (artikel 14 EVRM).