Meer gevoel in rechtspraak, ruimte voor leed van slachtoffers: emoties speelden een sleutelrol in debatten tijdens de Nacht van de Rechtsstaat op 23 november in Amsterdam. Rechters moeten daar meer aandacht voor hebben om het vertrouwen van burgers te houden, zo werd betoogd. Of is het juist hun taak om hartstochten te beteugelen?
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Gedragen
Zo’n vierhonderd mensen kwamen vrijdagavond naar cultureel centrum Felix Meritis om zeven verschillende lezingen en debatten over de burger en de rechtsstaat bij te wonen. Om goed te functioneren moet de rechtsstaat gedragen worden door de burgers, is het uitgangspunt. Nu instituties steeds meer worden gewantrouwd en bekritiseerd, komt de rechtsstaat onder druk te staan.
Te rationeel
Nationaal ombudsman Alex Brenninkmeijer vindt dat er werk aan de winkel is binnen de rechtspraak: “We hebben de rechtsgang te rationeel gemaakt”, zegt hij tijdens een debat over het tanende gezag van de rechter in de Zuilenzaal. Het rechtsgevoel lijkt vergeten te zijn. “Als de wet wordt toegepast, is het goed. Maar gaat het in een proces alleen om de wet, of om ervaren rechtvaardigheid? Dat laatste draagt bij aan de waarde van het rechterlijk oordeel en het vertrouwen in de Rechtspraak.”
Menselijke maat
Het is moeilijk om de menselijke maat in het proces te krijgen, zegt de ombudsman. De bestuursrechter wordt vaak als te gouvernementeel ervaren en de civiele rechter als ‘traag en soms onbegrijpelijk’, terwijl in het strafrecht het slachtoffer als een verstoring van het proces beschouwd lijkt te worden. “Rechters moeten veel meer doordringen tot de kern van het conflict, overbrengen wat rechtvaardigheid is en mensen het gevoel geven: hier wordt recht gedaan.”
Distantie
Aan gevoel van mensen wordt genoeg gehoor gegeven in de rechtspraak, vindt discussiepartner Ybo Buruma, raadsheer bij de Hoge Raad. De rechter is er juist om hartstochten te dempen en te bekijken wat er werkelijk speelt. “Neem bijvoorbeeld een ambulancebroeder die een klap krijgt en naar de politie stapt”, zegt Buruma. “Die komt direct in actie en de officier van justitie eist een extra hoge straf, want hulpverleners zijn de good guys, daar blijf je vanaf. De rechter begint niet mee te tetteren hoe erg het is, die bekijkt de zaak van alle kanten en kan dan tot de conclusie komen dat deze broeder zich als een etter heeft gedragen. Dat vergt distantie.”
Burgers hebben veel meer vertrouwen in rechters dan in politici, juist omdat ze de wet uitvoeren. “Daar komt heel weinig hartstocht bij kijken”, zegt Buruma.
Teer handwerk
Wordt het vertrouwen in de rechtspraak aangetast, door een gerechtelijke dwaling of een integriteitskwestie, dan zit de rechterlijke macht volgens Buruma in een lastig parket. Openheid van zaken geven is in zo’n geval het beste, maar het is voor rechters moeilijk om over hun werk te communiceren met de samenleving. Advocaat Gerard Spong vraagt vanuit de zaal of opheffing van het geheim van de raadkamer, zodat rechters in het openbaar beraadslagen, het gezag van de rechter kan opvijzelen. Buruma ziet daar niets in. “Het wegen van bewijs, bepalen dat het nét voldoende is of juist niet, is teer handwerk”, zegt hij. Doordat dat in beslotenheid gebeurt, kunnen alle twijfels en nuances aan bod komen. “Als je een minderheidsstandpunt hebt, komen de anderen je tegemoet. Onderschat de waarde daarvan niet.”
Gezagsprobleem
Volgens Buruma heeft de rechtspraak geen groot gezagsprobleem. Brenninkmeijer wil ook niet van een crisis spreken, maar stelt wel dat de rechterlijke macht verantwoording moet afleggen, informatie geven en communiceren om het vertrouwen en dus het gezag te behouden. Niet door te twitteren, maar door een eigen verhaal te vertellen, naast het drama dat via de media naar buiten komt. “Goede rechtspraak is belangrijk, maar belangrijker is dat het goed wordt uitgelegd”, concludeert hij. “Goede rechtspraak is het belangrijkst”, reageert Buruma. “Het is jammer als die niet goed wordt uitgelegd.”
Afbreuk
Emoties van slachtoffers staan centraal in het debat van staatssecretaris Fred Teeven, voorzitter van de Raad voor de rechtspaak Erik van den Emster en advocaat Bart Nooitgedagt. Het kabinet wil de positie van slachtoffers in het strafproces, dat nu voornamelijk om de verdachte draait, aanzienlijk versterken en hen het recht geven mee te praten over hoe zij vinden dat de zaak moet worden afgedaan. “We moeten binnen de strafrechtketen meer gaan handelen vanuit het perspectief van het slachtoffer”, zegt Teeven. “Anders doen we afbreuk aan het vertrouwen in de strafrechtspleging.”
Slachtoffercultus
Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, spreekt van een ‘slachtoffercultus’: “Is er echt een gebrek aan slchtofferrechten, of wordt dat beeld gecreëerd en haken de media daar gretig op in?” Volgens de advocaat kan een grotere rol voor het slachtoffer het proces vervuilen en polariseren. “Voorgedragen slachtofferverklaringen kunnen bijdragen aan de overtuiging van de rechter dat de verdachte schuldig is.”
De advocaat vertelt over een man die verdacht werd van een afgrijselijke moord. “Het bewijs was zeer discutabel, maar de ouders van het slachtoffer legden een erg emotionele verklaring af. Eén van de raadsheren was zichtbaar geëmotioneerd. Dat moment is beslissend geweest voor de afloop van het proces.”
Van den Emster zegt dat hij in zo’n geval gewraakt zou hebben. “Die ouders zouden mij als rechter overigens niet beïnvloeden. Zij zijn geen getuigen en kunnen dus niet bijdragen aan het bewijs.”
Opsplitsen
Dat kan anders liggen als een slachtoffer een emotioneel betoog houdt, zeker als de plannen voor uitbreiding van het spreekrecht op de zitting doorgaan. Of de verdachte schuldig is aan het misdrijf, is op dat moment nog helemaal niet zeker. Daar moet de rechter nog een onpartijdig oordeel over vellen. “Hoe praat je dan met het slachtoffer?”, vraagt Van den Emster zich af.
Opsplitsing van het strafproces biedt een oplossing: het eerste deel dient om de schuld al of niet te bewijzen, het tweede deel om de straf te bepalen. In die fase zou het slachtoffer vrijer kunnen spreken.
Risico’s
Teeven vindt de tweefasenstructuur ‘geen gek idee’. Het WODC onderzoekt momenteel de voor- en nadelen van een strafproces in twee fasen. Nadelen aan een grotere rol voor het slachtoffer in het strafproces zijn er ook, erkent Teeven. “Een slachtoffer kan bijvoorbeeld door de verdediging als getuige worden gehoord. Die kan slechter af zijn. En het risico bestaat dat je een slachtoffer valse hoop geeft. We moeten dus echt de tijd nemen en alles goed overdenken voordat we hiermee aan de slag gaan.”
Volgend jaar verder
“Misschien kunnen rechters bij de straftoemeting meer kijken naar de ernst van het leed dat is toegevoegd”, suggereert Van den Emster. Er valt nog veel uit te zoeken. President van de Hoge Raad Geert Corstens hoeft dan ook niet lang na te denken als presentator Felix Rottenberg hem vraagt waar de volgende Nacht over moet gaan. “De spanning tussen dader en slachtoffer”, zegt hij. “Ik ben groot voorstander van een grotere rol voor het slachtoffer, maar dan moet wel eerst de schuld bewezen zijn. Hoe geven we vervolgens een plaats aan de emoties van het slachtoffer? Dat is een mooi thema voor volgende keer.”