Als een pand op eigen grond is vervaardigd en voor het eerst in gebruik wordt genomen, is de ‘integratielevering’ dan ook van toepassing op het deel dat voor niet-ondernemingsactiviteiten wordt gebruikt? Deze vraag legt de Hoge Raad voor aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Als een pand op eigen grond is vervaardigd en voor het eerst in gebruik wordt genomen, is de ‘integratielevering’ dan ook van toepassing op het deel dat voor niet-ondernemingsactiviteiten wordt gebruikt? Deze vraag legt de Hoge Raad voor aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ).
In de procedure voor de Hoge Raad heeft gemeente ’s-Hertogenbosch op eigen grond een nieuw stadskantoor laten bouwen dat op enig moment voor het eerst in gebruik wordt genomen. De gemeente heeft de btw op de bouwkosten gedurende de bouw niet in aftrek gebracht. De gemeente diende bezwaar in tegen de teruggaafbeschikking over een belastbaar tijdvak waarin volgens haar opleverings-btw afgetrokken had kunnen worden. De inspecteur staat deze aftrek toe voor zover de gemeente het pand voor belastbare (belaste en vrijgestelde) doeleinden gaat gebruiken: hij staat een aftrek van 6% van de btw op de bouwkosten toe. In beroep stelde Hof ’s-Hertogenbosch de inspecteur in het gelijk en oordeelde dat daarnaast ook de integratieheffing alleen over de 6% van het pand dat voor belastbare (economische) activiteiten wordt gebruikt, moet worden toegepast. De gemeente is van mening dat alle btw op de kosten gedurende de bouw voor aftrek in aanmerking komen. Het belang is daarmee het financieringsvoordeel en de eenmalige verhoging van de pro-rata in het jaar van ingebruikname van het pand.
De Hoge Raad twijfelt over het juiste antwoord op de voorgelegde vraag. Hij ziet dat drie verschillende benaderingen mogelijk zijn:
1. Gezien het zeer geringe gebruik van het pand voor economische prestaties, kan niet worden gezegd dat het pand is vervaardigd in het kader van het bedrijf van de gemeente of bestemd voor bedrijfsdoeleinden. Alsdan volgt geen belaste integratielevering.
2. Het gehele pand gaat mee in de integratielevering. Alle btw in de bouwfase is dan aftrekbaar, maar de btw die op de integratielevering drukt komt maar voor een klein deel voor aftrek in aanmerking;
3. Het deel van het goed dat voor niet-economische prestaties wordt gebruikt blijft buiten de werkingssfeer van de btw (conform de visie van de inspecteur en van Hof ’s-Hertogenbosch).
Gelet op het bovenstaande stelt de Hoge Raad de volgende vraag met betrekking tot de uitlegging van het Unierecht aan het HvJ, waarbij de Hoge Raad iedere verdere beslissing aanhoudt en het geding schorst totdat het HvJ uitspraak heeft gedaan:
Moet de bepaling over de integratielevering in de Zesde richtlijn zo worden uitgelegd dat als levering onder bezwarende titel wordt aangemerkt de situatie waarin een gemeente een gebouw in gebruik neemt dat zij op eigen grond heeft laten bouwen en dat zij voor 94 percent gaat gebruiken voor haar werkzaamheden als overheid en voor 6 percent voor haar werkzaamheden als btw-ondernemer, waarvan 1 percent voor vrijgestelde prestaties waaraan geen recht op aftrek is verbonden?