De per 1 januari 2009 in werking getreden ‘excessieve vertrekvergoedingregeling’ heeft in voorkomende gevallen een materieel terugwerkende kracht naar een tijdstip vóór de datum van inwerkingtreding. Dat kan strijd opleveren met het mensenrechtenverdrag EVRM. In elk geval doet zich dat voor als bij de berekening van de eventuele excessieve ontslagvergoeding rekening wordt gehouden met inkomensbestanddelen van vóór 13 mei 2008, de datum waarop het wetsvoorstel met deze regeling bij de Tweede Kamer werd ingediend, zo oordeelde onlangs Hof Arnhem.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De per 1 januari 2009 in werking getreden ‘excessieve vertrekvergoedingregeling’ heeft in voorkomende gevallen een materieel terugwerkende kracht naar een tijdstip vóór de datum van inwerkingtreding. Dat kan strijd opleveren met het mensenrechtenverdrag EVRM. In elk geval doet zich dat voor als bij de berekening van de eventuele excessieve ontslagvergoeding rekening wordt gehouden met inkomensbestanddelen van vóór 13 mei 2008, de datum waarop het wetsvoorstel met deze regeling bij de Tweede Kamer werd ingediend, zo oordeelde onlangs Hof Arnhem. De excessieve vertrekvergoedingregeling houdt in dat de werkgever een extra loonheffing is verschuldigd van 75% (tot en met 2012 30%) over het door hem verstrekte vertrekvergoeding voor zover deze vergoeding het jaarloon van de vertrekkende werknemer in het ‘vergelijkingsjaar’ overstijgt. Het vergelijkingsjaar ligt in beginsel twee jaar vóór het jaar waarin het dienstverband is geëindigd en minder dan twee jaar als het dienstverband korter dan twee jaar heeft geduurd. De excessieve vertrekvergoedingregeling geldt niet voor werknemers met een jaarloon in het vergelijkingsjaar tot € 531.000 (bedrag 2013).
De procedure voor het hof had betrekking op een in 2009 aan een voormalige ceo van een nv toegekende ontslagvergoeding van € 1.350.000 bruto. De inspecteur had een berekening gemaakt van het naar zijn mening excessieve deel van de vertrekvergoeding. In de rekenformule voor de berekening van het excessieve deel van de vertrekvergoeding wordt ook rekening gehouden met het loon van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. Op 9 mei 2008 had de ceo € 1.790.000 aan belastbaar voordeel genoten door uitoefening van hem in 2006 toegekende aandelenopties. Dit voordeel nam de inspecteur ook mee in zijn berekening van de hoogte van de excessieve vertrekvergoeding. Hij legde de nv over de door hem berekende excessieve vertrekvergoeding een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen op ter hoogte van 30% van de excessieve vertrekvergoeding.
De nv was het hiermee niet eens en stelde voor het hof dat de excessieve vertrekvergoedingregeling niet mag worden toegepast op de op 9 mei 2008 genoten voordelen uit de aandelenopties. Op 13 mei 2008 werd het wetsvoorstel met de excessieve vertrekvergoedingregeling bij de Tweede Kamer ingediend. De nv stelde dat zij vóór 13 mei 2008 de excessieve vertrekvergoedingregeling niet kende en niet behoefde te kennen zodat ze daarmee ook geen rekening kon houden.
Het argument van de nv vond gehoor bij het hof. Het verschuldigd worden van de excessieve vertrekvergoedingheffing was op het moment dat de voordelen uit de aandelenopties werden genoten niet te voorzien. Het hof maakte uit de wetsgeschiedenis van de excessieve vertrekvergoedingregeling op dat rekening wordt gehouden met het loon van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de dienstbetrekking is beëindigd, om te voorkomen dat de excessieve vertrekvergoedingheffing op eenvoudige wijze kan worden ontgaan. Het hof zag hierin toch onvoldoende rechtvaardiging om de excessieve vertrekvergoedingregeling óók (materiële) terugwerkende kracht te verlenen tot vóór 13 mei 2008. Het valt niet in te zien welk ontgaan de regeling in dat geval nog beoogt tegen te gaan.
Het hof was van oordeel dat bij de berekening van de excessieve ontslagvergoeding geen rekening mocht worden gehouden met de door de ceo op 9 mei 2008 genoten voordelen uit de aandelenopties en verminderde de opgelegde naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen dienovereenkomstig.
