Menig werkgever stelt leaseauto’s ter beschikking aan zijn werknemers ten behoeve van de uitoefening van de werkzaamheden. Met grote regelmaat raken deze leaseauto’s beschadigd. De vraag rijst dan voor wiens rekening de schade komt, de werkgever of de werknemer. Deze vraag is met name interessant wanneer de schade is ontstaan buiten werktijd. Tijdens werktijd komt de door de werknemer veroorzaakte schade namelijk doorgaans voor rekening van de werkgever, tenzij de schade een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid.
In de onderhavige zaak is een leaseauto buiten werktijd gestolen en wil de werkgever de schade van de diefstal verhalen op de werknemer.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Op 22 februari 2007 heeft werkgever aan werknemer een leaseauto ter beschikking gesteld. De lease-voorwaarden zijn neergelegd in een leaseregeling. Werknemer heeft de leaseregeling aanvaard.
De lease-auto is door Leaseplan B.V. verzekerd bij Euro Insurances. In de verzekeringsovereenkomst is bepaald:
Uitsluitingen Artikel 9 Deze verzekering geeft geen dekking, indien 9.1 Opzet en/of onzorgvuldig handelen De gebeurtenis of het ongeval is veroorzaakt door opzet, grove schuld, grove roekeloosheid of onzorgvuldig handelen van verzekerde zelf.
Op 13 november 2009 is de leaseauto in Amsterdam gestolen. Werknemer heeft hierover het volgende verklaard:
“Ik bracht mijn hond bij een goede vriend van mij. Deze kennis past af en toe op mijn hond. Ik had mijn auto daar geparkeerd voor de woning. Dit op eigen terrein aan de openbare weg. Voor de diefstal van de auto is de voertuigsleutel weggenomen. Deze had ik aan een bosje zitten. Dit samen met de huissleutel van het pand. Deze sleutel stak op dat moment in het slot van de voordeur. De deur was op dat moment open. Ik was op dat moment net daar gekomen met de hond. De hond was ik aan het schoonmaken, achter de woning. Nadat ik de hond had schoongemaakt kwam ik weer voor bij de woning. Ik zag toen dat mijn auto weg was. Onbekenden hebben de sleutelbos (waaraan dus ook de sleutel van de auto zat) weggenomen uit de (naar binnen toe) openstaande deur. Deze onbekende moet in de woning zijn geweest.”
Op basis van deze verklaring en een rapport van een door Leaseplan B.V. ingeschakeld onderzoeksbureau is Leaseplan B.V. tot de conclusie gekomen dat sprake is van grove nalatigheid aan de zijde van werknemer. Leaseplan B.V. heeft de schade als gevolg van de diefstal daarom bij werkgever in rekening gebracht.
Vordering werkgever
Werkgever wenst de bij haar in rekening gebrachte schade op werknemer te verhalen, omdat werknemer roekeloos en in strijd met de beginselen van een goede huisvader heeft gehandeld door de sleutels van de leaseauto onbeheerd achter te laten in het slot van de voordeur van de woning van een vriend, terwijl de leaseauto zich op enkele meters van deze voordeur bevond.
Oordeel kantonrechter en gerechtshof
De kantonrechter heeft de vordering van werkgever afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter is geen sprake van schuld aan de zijde van werknemer, nu hij zich niet bewust was van het feit dat hij de sleutels was vergeten te verwijderen uit het slot van de voordeur.
Werkgever kon zich niet vinden in het oordeel van de kantonrechter en heeft hoger beroep ingesteld. In hoger beroep heeft het gerechtshof het volgende vooropgesteld.
In artikel 7:661 lid 1 BW is bepaald dat de werknemer die bij de uitoefening van zijn werkzaamheden schade toebrengt aan de werkgever niet jegens de werkgever aansprakelijk is, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. In het onderhavige geschil is artikel 7:661 lid 1 BW naar de letter echter niet van toepassing, omdat de diefstal van de leaseauto buiten werktijd heeft plaatsgevonden.
Werknemer wenst in hoger beroep toch een beroep te doen op de (voor hem beschermende werking van) artikel 7:661 lid 1 BW en stelt zich dan ook op het standpunt dat dit artikel naar analogie op de onderhavige situatie dient te worden toegepast. Indien hij geen beroep kan doen op artikel 7:661 lid 1 BW, leidt het gebruik van de leaseauto tot onaanvaardbare risico’s. Buiten werktijd draagt hij dan het volle risico voor diefstal. Een risico dat voor hem niet verzekerbaar en gezien de waarde van de auto omvangrijk is, terwijl een vergrote kans op schade door onoplettendheid speelt, aldus werknemer.
Het gerechtshof volgt werknemer in zijn redenering en overweegt daartoe het volgende. In artikel 7:952 BW is bepaald dat de verzekeraar geen schade vergoedt aan de verzekerde wanneer deze schade door opzet of roekeloosheid is veroorzaakt.
Naar het oordeel van het gerechtshof kan het handelen van werknemer niet als roekeloos worden gekwalificeerd. Op basis van de verklaring van werknemer en het rapport van het onderzoeksbureau komt het gerechtshof tot de conclusie dat slechts sprake is geweest van onoplettendheid. Gelet hierop zou de verzekeraar op grond van artikel 7:952 BW de schade gewoon vergoeden.
In het onderhavige geval is echter contractueel afgeweken van artikel 7:952 BW. In artikel 9.1 van de verzekeringsovereenkomst tussen Leaseplan B.V. en Euro Insurances is namelijk bepaald dat ook geen dekking wordt geboden wanneer de gebeurtenis is veroorzaakt door onzorgvuldig handelen.
Het gerechtshof wijst erop dat werknemer geen invloed had op de inhoud van deze verzekeringsovereenkomst. Werknemer kon slechts de afspraken tussen werkgever, Leaseplan B.V. en Euro Insurances volgen. Daarbij heeft werknemer zich niet gerealiseerd dat hij door de afspraken tussen zijn werkgever, Leaseplan B.V. en Euro Insurances – in afwijking van artikel 7:952 BW – (ook) niet verzekerd zou zijn voor eigen nalatigheid of onvoorzichtigheid. Werknemer heeft zich aldus feitelijk niet kunnen verzekeren tegen het risico dat een derde bij gebruik van de leaseauto buiten werktijd misbruik zou maken van een kort moment van onachtzaamheid aan zijn zijde. Dit terwijl werknemer bij gebruik van een eigen auto de keuze had gehad om zich wel tegen een diefstal, die (mede) het gevolg is van (lichte) eigen onachtzaamheid, te verzekeren.
Gelet op het vorenstaande acht het gerechtshof een zodanig verband tussen de diefstal van de leaseauto en de arbeidsovereenkomst aanwezig dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn als werknemer zich niet naar analogie op artikel 7:661 lid 1 BW zou kunnen beroepen. Het gerechtshof past in de onderhavige zaak artikel 7:661 lid 1 BW daarom naar analogie toe. Dit betekent dat werkgever werknemer slechts tot vergoeding van schade, toegebracht aan de leaseauto tijdens privégebruik daarvan, kan aanspreken, indien die schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van werknemer.
Zoals hiervoor beschreven is slechts sprake van onoplettendheid, zodat werknemer niet aansprakelijk is voor de schade die werkgever heeft geleden als gevolg van de diefstal van de auto.
Uit deze zaak blijkt dat schade veroorzaakt door een werknemer buiten werktijd voor rekening van de werkgever kan komen.