Stel, met z’n tweeën start u een onderneming. Allebei wordt u, naast directeur van de vennootschap, eigenaar van de helft van de aandelen. Hoewel u de onderneming met goede intenties begon, kan uw onderlinge verhouding verstoord raken. Soms zelfs in zo’n ernstige mate dat de onderneming stuurloos is geworden. In dat geval is acuut ingrijpen onvermijdelijk en noodzakelijk.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Indien zich vanwege gebrek aan samenwerking een impasse voordoet, kan de rechter verzocht worden om, ten behoeve van de continuïteit van de onderneming, een 50%-aandeelhouder die tevens bestuurder is, te schorsen of te dwingen om zijn aandelen over te dragen. Daarnaast levert een impasse tussen bestuurders die ieder 50% van de aandelen bezitten, volgens vaste jurisprudentie een gegronde reden voor het starten van een enquêteprocedure.
Schorsing bestuurder
De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam (LJN: BZ0080) heeft in zijn vonnis van 16 januari 2013 besloten om een bestuurder bij wijze van ordemaatregel, met een uiterst voorlopig karakter, voor drie maanden te schorsen. De ene 50%aandeelhouder en tevens bestuurder (hierna: ‘A’) stelt dat de andere 50%-aandeelhouder en tevens bestuurder (hierna: ‘B’) de bankrekening van de onderneming gebruikt om luxe privé-uitgaven te financieren. B stelt dat die uitgaven zijn gedaan in het kader van de onderneming. Gelet op de aard van die uitgaven als autobekleding, diners op Valentijnsdag, eerste kerstdag en een zondag, en spijkerbroeken in verschillende maten, komt dit de voorzieningenrechter niet erg aannemelijk voor. B heeft verder geen verweer gevoerd tegen de stelling van A dat B op een vrijdagnacht om 01.09 uur bij een casino een bedrag van 1.000 euro heeft opgenomen. Nu zowel A als B al diverse malen over en weer de sloten van het bedrijfspand van de onderneming hebben laten vervangen, is genoegzaam komen vast te staan dat A en B elkaar over en weer niet meer vertrouwen. Nu er aanwijzingen zijn dat B onzorgvuldig met de gelden van de onderneming is omgegaan, terwijl aannemelijk is dat de uitvoering van de feitelijke werkzaamheden van de onderneming wordt aangestuurd door A, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om, bij wijze van ordemaatregel, B voorlopig te schorsen.
Overdracht van aandelen of uitstoten van een aandeelhouder
Op grond van artikel 2:336 lid 1 BW kan een aandeelhouder, die door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt, door zijn mede-aandeelhouders gedwongen worden zijn aandelen over te dragen. Dit kan indien de gedaagde aandeelhouder door zijn gedragingen het belang van de vennootschap schaadt, niet als het belang van de eiser wordt geschaad. Enkel hinderlijk of zelfs onaanvaardbaar gedrag van een aandeelhouder is op zichzelf geen reden om hem als aandeelhouder uit te stoten. Blijkens de wetsgeschiedenis en de bestaande jurisprudentie is een gedwongen overdracht van aandelen/uitstoting van een aandeelhouder een verstrekkende maatregel die slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld wanneer door de (min of meer voortdurende) gedragingen van een aandeelhouder in zijn hoedanigheid van aandeelhouder het functioneren en het voortbestaan van de vennootschap in gevaar worden gebracht, de werkgelegenheid van werknemers dreigt weg te vallen of een impasse moet worden doorbroken. Indien daaromtrent een geschil bestaat en zich een spoedeisende situatie voordoet, zou, na afweging van de in aanmerking komende belangen, een voorlopige voorziening gerechtvaardigd kunnen zijn. De aan het adres van de betreffende aandeelhouder gemaakte verwijten moeten in dat geval wel in hoge mate aannemelijk zijn.
Enquêteprocedure: wetswijziging per 1 januari 2013
Per 1 januari 2013 heeft de wetgever besloten dat rechtspersonen (zoals de besloten vennootschap, naamloze vennootschap, verenigingen en stichtingen) gerechtigd zelfstandig een enquêteverzoek kunnen indienen. Namens de rechtspersoon kan het enquêteverzoek worden ingediend door het bestuur, de raad van commissarissen of een ander krachtens de statuten ingesteld toezichthoudend orgaan. Bij een one tier board kunnen de niet-uitvoerende bestuurders een enquêteverzoek indienen namens de rechtspersoon. De wet stelt slechts de eis dat de rechtspersoon de raad van commissarissen of het bestuur en de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk op de hoogte stelt van het voornemen om het verzoek in te dienen. De wetgever heeft hiermee aangegeven het onder bijzondere omstandigheden te zullen accepteren dat eerst het enquêteverzoek wordt ingediend, alvorens men de betrokkenen inlicht.
Conclusie
Een impasse in de onderneming kan leiden tot (een tijdelijke) schorsing van de bestuurder. Een verregaande maatregel als het overdragen van de aandelen, wordt door de rechter slechts in uitzonderlijke situaties geaccepteerd. Daarnaast kan men zich tot de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam wenden, om daar een enquêteprocedure te entameren.