Aegon heeft beleggers in zogenoemde Koersplanovereenkomsten teveel premie laten betalen. Dat oordeelt de Hoge Raad vandaag. De beleggers wisten niet hoeveel overlijdensrisicopremie zij afdroegen in de overeenkomsten met Spaarbeleg. Zij hadden hier dus ook niet mee ingestemd. Zij hadden slechts een redelijke premie hoeven te betalen, zoals eerder berekend door het hof Amsterdam. Aldus de Hoge Raad, die ook een verjaringsverweer verwerpt van Aegon, de rechtsopvolger van Spaarbeleg.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Deze zaak is aangespannen door de Stichting Koersplandewegkwijt en enkele kleine beleggers die met Spaarbeleg in de jaren 1989–1998 Koersplanovereenkomsten hadden gesloten. Deze overeenkomsten hielden in dat de beleggers periodiek een inleg betaalden die grotendeels werd aangewend om daarmee te beleggen. Na verloop van een overeengekomen periode zou Aegon een bedrag uitkeren aan de belegger of, in geval van voortijdig overlijden, aan zijn erfgenamen. Voor dat laatste geval hielden de Koersplanovereenkomsten eveneens een overlijdensrisicoverzekering in. De premie voor die verzekering en vaste kosten werden van de inleg ingehouden.
Het hof (LJN BR2836) baseerde zijn berekening van een redelijke premie op de aanbeveling van de Ombudsman Financiële Dienstverlening. Die aanbeveling ging uit van een kostenmaximering en van een premie voor een overlijdensrisicoverzekering die aansluit bij gangbare premies (zonder opslagen).