De militaire kamer, zittingsplaats Arnhem, heeft een militair vrijgesproken van aanmerkelijke schuld aan een ongeval op een oefenterrein in Duitsland waarbij de door hem bestuurde Landrover omsloeg. Daarbij is een medemilitair omgekomen en een ander verwond.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Snelheidslimiet
De militaire kamer acht niet onaannemelijk dat de militair de geldende maximumsnelheid (iets) heeft overschreden maar acht niet bewezen dat hij reed met een dusdanige snelheid dat dit als aanmerkelijk onvoorzichtig kan worden beschouwd. Daarbij is van belang dat de militaire kamer uitgaat dat ter plaatse op het oefenterrein een andere snelheidslimiet (40 kilometer per uur) gold dan waarvan de officier van justitie is gegaan (30 kilometer per uur).
Uit de getuigenverklaringen blijkt verder niet dat verdachte verder onvoorzichtig heeft gereden. Voor veroordeling van het tenlastegelegde artikel 6 van de Wegenverkeerswet is “schuld” niet voldoende, maar wordt vereist dat sprake is van ten minste “aanmerkelijke schuld”.
Subsidiair werd de militair het (militaire) delict verweten dat hij zich – kort gezegd – niet zou hebben gehouden aan de door het bevoegd gezag gegeven snelheidslimiet op het oefenterrein, van 30 kilometer per uur, met het dodelijk ongeval als gevolg. Omdat de militaire kamer uitgaat van een hogere ter plaatse geldende maximumsnelheid spreekt de militaire kamer de militair ook vrij van dit feit.
Eis
De officier van justitie achtte twee weken geleden ter terechtzitting wel bewezen dat verdachte veel te hard had gereden en daarmee aanmerkelijke schuld had aan het dodelijke ongeval. Zij had een werkstraf van 120 uur en een rijontzegging van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk geëist.
ECLI:NL:RBGEL:2013:3523