In deze zaak boog de kantonrechter zich over de vraag of een werknemer was aangesteld als statutair directeur of als “gewone” werknemer. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een gewoon dienstverband, hetgeen tot gevolg had dat het dienstverband niet door middel van een bestuursbesluit kon worden beëindigd. Werkgever had een ontslagvergunning bij het UWV moeten aanvragen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werknemer is op 11 april 2005 als product manager in dienst getreden bij werkgever. Per 1 juni 2011 gaat hij aan de slag als commercieel directeur. De aandeelhouder van de onderneming waar werknemer voor werkt is gevestigd in Engeland. De bestuurders van deze aandeelhouder en werkgever (van werknemer) zijn de heren A, B en C.
Voor de aanstelling van werknemer als directeur bij werkgever zijn notulen opgemaakt van een bestuursvergadering op 5 mei 2011. In deze notulen is opgenomen dat “de voorzitter heeft voorgesteld om de positie van commercieel directeur (commercial director) aan te bieden aan werknemer per 1 juni 2011. Alle bestuursleden hebben daarmee ingestemd”.
Hierop volgend heeft werkgever op 4 augustus 2011 bij de Kamer van Koophandel (KvK) meegedeeld dat werknemer per 1 juni 2011 de functie van bestuurder uitoefent. Dit formulier is ook ondertekend door werknemer. Werknemer heeft vervolgens het initiatief genomen om de KvK te verzoeken om hem met terugwerkende kracht tot 1 juni 2011 te laten uitschrijven als bestuurder van werkgever en dit te vervangen naar gevolmachtigde.
Op 23 januari is door werkgever (vertegenwoordigd door de heer B) besloten dat de benoeming van werknemer als “director” met onmiddellijke ingang is beëindigd. De aandeelhouder van werkgever heeft dit op 25 januari 2013 per brief aan werknemer kenbaar gemaakt. Op deze brief heeft de gemachtigde van werknemer op 31 januari 2013 gereageerd en aangegeven dat werknemer zich beroept op de nietigheid van het gegeven ontslag. Werknemer heeft aangegeven beschikbaar te zijn voor het verrichten van werk en aanspraak te maken op loonbetaling.
Werknemer
Werknemer start vervolgens een kort geding en vordert in de procedure o.m. loonbetaling (achterstallig- en toekomstig loon en bonussen). Ter onderbouwing van zijn vordering stelt werknemer dat werkgever hem op 9 november 2012 zonder enige adequate motivering heeft meegedeeld dat zij geen vertrouwen meer in zijn functioneren hebben en dat werkgever het dienstverband met hem wenste te beëindigen. Ook is hij direct op non-actief gesteld en moest hij naar huis vertrekken. Vervolgens is het ontslag organisatiebreed verspreid. Er was geen reden tot schorsing en er was ook geen sprake van een onwerkbare situatie. Het besluit tot ontslag is weliswaar genomen, maar is niet rechtsgeldig. Werknemer stelt zich op het standpunt dat hij geen statutair bestuurder is en dat hij derhalve volledige rechtsbescherming geniet. Voor een opzegging van het dienstverband had werkgever eerst toestemming moeten verkrijgen van het UWV. Deze toestemming heeft werkgever echter niet.
Werkgever
Werkgever stelt zich op het standpunt dat werknemer wel was benoemd als statutair directeur en verwijst naar de notulen die door de aandeelhouder van werkgever zijn opgemaakt. Hieruit zou blijken dat de aandeelhouder werknemer voor de functie heeft aangesteld. De aandeelhouder zou daarom ook bevoegd zijn geweest om werknemer te ontslaan. Bovendien wist werknemer dat hij werd aangesteld als statutair directeur. Werkgever wijst hierbij op de handtekening die werknemer op het KvK formulier heeft geplaatst. Op het formulier was immers aangegeven dat hij als statutair bestuurder werd ingeschreven. Pas toen er strubbelingen ontstonden heeft werknemer aangegeven dat hij geen statutair bestuurder meer wilde zijn.
Oordeel kantonrechter
Een statutair bestuurder wordt benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders. Volgens werkgever zou deze benoeming volgen uit de notulen van 5 mei 2011. De kantonrechter is van oordeel dat de notulen niet zonder meer kunnen worden aangemerkt als notulen van een gehouden algemene vergaring van aandeelhouders van werkgever. In dezelfde notulen staan namelijk ook beslissingen over andere vennootschappen dan alleen werkgever. Bovendien blijkt uit de door werkgever overgelegde notulen niet voldoende ondubbelzinnig en duidelijk dat werknemer is benoemd als statutair directeur. Immers in het Nederlands maakt het woord directeur geen onderscheid tussen de juridische begrippen “statutair directeur/bestuurder” of “gevolmachtigd directeur”. Mogelijk heeft werkgever wel bedoeld om werknemer statutair directeur te maken, echter is dit niet voldoende duidelijk gemaakt aan werknemer en ook is met werknemer niet expliciet gesproken over de vennootschapsrechtelijke en arbeidsrechtelijke verschillen. Dat het salaris van werknemer aanzienlijk steeg, is onvoldoende om aan te nemen dat werknemer daarom wist dat hij statutair directeur zou worden. Ook het feit dat werknemer het formulier voor de KvK heeft laten invullen en voor akkoord heeft ondertekend is onvoldoende om aan te nemen dat hij wist dat hij statutair bestuurder zou worden. Gesteld noch gebleken is dat werknemer specifieke kennis heeft/had waardoor hij wist wat de gevolgen waren van hetgeen hij ondertekende. Dat werknemer het formulier heeft ondertekend kan dus niet worden gezien als een bevestiging van het statutair bestuurder zijn. Bovendien heeft werknemer deze inschrijving laten wijzigen toen deze inschrijving –in zijn ogen- onjuist was en laten vervangen naar gevolmachtigde. De kantonrechter komt tot het oordeel dat werknemer niet kan worden beschouwd als statutair directeur en moet worden gezien als “gewone” werknemer. Dit leidt tot de conclusie dat, nu er voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werknemer geen ontslagvergunning is aangevraagd, de arbeidsovereenkomst met werknemer niet rechtsgeldig is beëindigd. De loonvordering van werknemer wordt toegewezen.
ECLI:NL:RBNHO:2013:4124