Voor de vaststelling van de mate waarin Nederland het heffingsrecht heeft over inkomsten uit dienstbetrekking van een in het buitenland woonachtige werknemer die de dienstbetrekking deels in Nederland en deels in het buitenland uitoefent, is een uitsplitsing naar soorten werkzaamheden binnen die dienstbetrekking van belang. Deze conclusie kan worden getrokken uit een recent arrest van de Hoge Raad van een werknemer die in België woonde en in Nederland in dienstbetrekking was en niet had geopteerd voor een fiscale behandeling als binnenlands belastingplichtige.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Voor de vaststelling van de mate waarin Nederland het heffingsrecht heeft over inkomsten uit dienstbetrekking van een in het buitenland woonachtige werknemer die de dienstbetrekking deels in Nederland en deels in het buitenland uitoefent, is een uitsplitsing naar soorten werkzaamheden binnen die dienstbetrekking van belang. Deze conclusie kan worden getrokken uit een recent arrest van de Hoge Raad van een werknemer die in België woonde en in Nederland in dienstbetrekking was en niet had geopteerd voor een fiscale behandeling als binnenlands belastingplichtige.
Voor zover de dienstbetrekking niet in Nederland was uitgeoefend maar in België, heeft Nederland volgens het belastingverdrag met België in beginsel geen heffingsrecht over dat deel van het loon uit dienstbetrekking. In dat geval moet een urenuitsplitsing komen van ‘relevante werkzaamheden’ van die dienstbetrekking en moet vervolgens worden vastgesteld in welk land deze werkzaamheden zijn verricht. Het loon uit dienstbetrekking wordt vervolgens uitsluitend aan de ‘relevante werkzaamheden’ toegerekend en bepaalt dus de omvang het heffingsrecht van Nederland over deze inkomsten. Als niet-relevante werkzaamheden kwalificeren volgens de Hoge Raad werkzaamheden van louter ondersteunende aard of die ondergeschikt zijn aan de hoofdtaak en die buiten de reguliere arbeidstijd worden verricht. Het betreffen in het algemeen werkzaamheden waarvoor een werkgever geen loon toekent. Voor deze werkzaamheden wordt aangenomen dat ze worden vervuld in de eigen tijd van de werknemer.
De werkneemster in deze procedure voerde onder meer aan dat zij in België aan heffing van opcentiemen (een aanvullende gemeentebelasting) was onderworpen over haar totale salaris, dat deze heffing een belasting naar het inkomen is die van overheidswege wordt geheven hetgeen de heffingsbevoegdheid van Nederland volgens het belastingverdrag zou inperken. Het hof en de Hoge Raad wezen dit af. De opcentiemen is geen heffing die door of vanwege een andere mogendheid wordt geheven, omdat deze door en voor de gemeente wordt geïnd.
Anders dan het hof komt de Hoge Raad in cassatie tot een andere rekensom met betrekking tot de toerekening van het aantal in Nederland gewerkte uren omdat het hof een rekenfout had gemaakt. Op dit punt werd de werkneemster in het gelijk gesteld.
Hoge Raad, 22-11-2013, nr. 13/0035