De ketenregeling (ex artikel 7:668a BW) houdt onder meer in dat de vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussen dezelfde partijen moet worden aangemerkt als een contract voor onbepaalde tijd. Door sommige werkgevers wordt deze regeling als bezwaarlijk ervaren en zij zoeken dan ook naar rechtsgeldige constructies om de regeling te omzeilen. De constructie in de onderhavige zaak kan in ieder geval niet op de goedkeuring van de rechter rekenen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
De werkneemster in deze zaak heeft de Poolse nationaliteit en is op 25 oktober 2010 als uitzendkracht in dienst getreden van uitzendonderneming Olympia. In die hoedanigheid is zij werkzaamheden gaan verrichten bij DHL in Beringe in de functie van Warehouse Operator. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd tot 1 juni 2011.
Per 1 juni 2011 is werkneemster op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van 12 maanden in dienst getreden van DHL, eveneens in de functie van Warehouse Operator. Met ingang van 1 juni 2012 is deze arbeidsovereenkomst verlengd met 14 maanden, eindigende met ingang van 31 juli 2013.
Op 28 mei 2013 heeft DHL aan werkneemster een brief overhandigd. De eerste alinea van deze in de Nederlandse taal gestelde brief luidt:
“Geachte mevrouw, zoals u reeds mondeling is medegedeeld, bevestigen wij hiermee dat wij uw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zullen voortzetten. Derhalve eindigt uw dienstverband met onze onderneming van rechtswege met ingang van 1 augustus 2013”.
Op 2 augustus 2013 heeft werkneemster een in de Engelse taal gestelde arbeidsovereenkomst getekend waarin zij andermaal in dienst treedt van uitzendonderneming Olympia en wel met ingang van 1 augustus 2013 voor een periode van 3 maanden, eindigende op 30 oktober 2013.
Bij brief van 8 oktober 2013 is door Olympia aan werkneemster medegedeeld dat haar contract niet zal worden verlengd en dat 30 oktober 2013 haar laatste werkdag zal zijn.
Vordering werkneemster
Werkneemster vordert onder meer veroordeling van DHL tot nakoming van de arbeidsovereenkomst vanaf 1 augustus 2013. Werkneemster is van mening dat op 1 augustus 2013 haar dienstverband met DHL stilzwijgend is voortgezet.
Beoordeling kantonrechter
In deze zaak gaat het om de vraag of de op 1 juni 2012 met 14 maanden verlengde arbeidsovereenkomst met DHL op 1 augustus 2013 zonder tegenspraak is voortgezet als bedoeld in artikel 7:668 lid 1 BW en vervolgens op basis van artikel 7:668a lid 1 aanhef en sub b BW is aangegaan voor onbepaalde tijd.
DHL is de mening toegedaan dat de aan werkneemster overhandigde brief aan duidelijkheid niets te wensen over laat. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft werkneemster erkend deze brief te hebben ontvangen. Zij heeft echter ontkend de inhoud van die brief te hebben begrepen. Desgevraagd heeft zij geantwoord dat zij thans vijf jaar in Nederland woont en de Nederlandse taal niet machtig is.
De kantonrechter laat de discussie tussen partijen over de vraag of werkneemster de inhoud van de brief heeft begrepen en of de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is verlengd voor wat het is en gooit het over een andere boeg. De kantonrechter wijst hierbij op het volgende.
Van 25 oktober 2010 tot en met 30 oktober 2013 is werkneemster onafgebroken in dezelfde functie onder dezelfde omstandigheden en op dezelfde werkplek haar werkzaamheden voor DHL blijven uitvoeren. Bovendien is DHL ook na 31 juli 2013 materieel de werkgever van werkneemster gebleven.
Ter zitting is zijdens DHL naar voren gebracht dat zij werkneemster na ommekomst van de laatste arbeidsovereenkomst niet kwijt wilde en dat daarom gekozen is voor een constructie via uitzendonderneming Olympia. Dit uitzendbureau heeft een permanent kantoor op de werkvloer bij DHL in Beringe. Voor werkneemster is derhalve feitelijk in het geheel niets veranderd.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft DHL door voor deze constructie te kiezen gehandeld in strijd met de strekking van artikel 7:668a BW en derhalve naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onredelijk jegens werkneemster. Het had op de weg van DHL gelegen om als goed werkgever aan werkneemster een dienstverband voor onbepaalde tijd aan te bieden.
Hoewel werkneemster op 2 augustus 2013 een arbeidsovereenkomst met Olympia heeft getekend, komt de kantonrechter tot het oordeel dat werkneemster ná 30 oktober 2013 in dienst is gebleven van DHL. Nu er sprake is van een vierde arbeidsovereenkomst tussen dezelfde partijen, geldt conform het bepaalde in artikel 7:668a lid 1 sub b BW de per 1 augustus 2013 aangegane arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd.
De kantonrechter heeft de vorderingen van werkneemster dan ook toegewezen.
Rechtbank Limburg 14 november 2013, ECLI 2013:8853.