In een recente uitspraak oordeelde rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de echtgenote, tevens enige erfgename, van een erflater die de Nederlandse nationaliteit had en die al langer dan 10 jaar niet meer in Nederland woonde, recht had op de partnervrijstelling voor de heffing van het recht van overgang. De rechtbank oordeelde dat het onthouden van deze partnervrijstelling in strijd is met het recht van vrij verkeer van kapitaal van de Europese Unie.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In een recente uitspraak oordeelde rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de echtgenote, tevens enige erfgename, van een erflater die de Nederlandse nationaliteit had en die al langer dan 10 jaar niet meer in Nederland woonde, recht had op de partnervrijstelling voor de heffing van het recht van overgang. De rechtbank oordeelde dat het onthouden van deze partnervrijstelling in strijd is met het recht van vrij verkeer van kapitaal van de Europese Unie.
De zaak luidde als volgt. Erflater had de Nederlandse nationaliteit en woonde al langer dan 10 jaar in Duitsland. Bij zijn overlijden, in 2008, liet hij in Nederland gelegen onroerende zaken na aan zijn echtgenote, tevens zijn enige erfgename. Ter zake van deze verkrijging is van de erfgename in dat jaar recht van overgang geheven (de heffing van het recht van overgang is overigens vervallen met ingang van het jaar 2010).
Volgens het bepaalde in de Successiewet gold voor de erfgename geen partnervrijstelling voor de heffing van het recht van overgang. De rechtbank oordeelde dat het onthouden van deze partnervrijstelling echter in strijd is met het recht van vrij verkeer van kapitaal van de Europese Unie. De rechtbank baseerde zich daarbij op een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in een Duitse zaak. Volgens de rechtbank worden onder het Nederlandse recht van overgang – evenals in de Duitse zaak – de door de erfgename verkregen onroerende zaken zwaarder belast dan het geval was geweest als de erflater ten tijde van zijn overlijden in Nederland had gewoond, terwijl – evenals in de Duitse zaak – ook in het Nederlandse stelsel de waarde van de onroerende zaak en de persoonlijke band tussen de erfgename en de erflater niet afhankelijk zijn van de woonplaats van de erflater of de erfgename.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 4-12-2013 (gepubliceerd 3-1-2014), nr.12/4836