Het Europese recht op de bres voor de keuzevrijheid van de verzekerde?
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het Europese recht strekt zich dezer dagen over vele sectoren en domeinen uit. Zo ook over de verzekeringsbranche, en meer specifiek over het segment van de rechtsbijstandverzekeringen.
EU-regelgeving over vrije advocatenkeuze
Dankzij EU-regelgeving (Richtlijn 87/344/EEG) hebben verzekerden met een rechtsbijstandverzekering het recht op vrije keuze van hun rechtshulpverlener (advocaat) in gerechtelijke of administratieve procedures. Deze vrije keuze geldt in beginsel óók indien in de desbetreffende procedure geen sprake is van een wettelijk verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat.
Verzekeraars hikken tegen deze rechten van verzekerden aan: het is doorgaans immers een stuk goedkoper om juridische geschillen van verzekerden in rechte te laten bepleiten door een rechtshulpverlener die in dienst is bij de verzekeraar. Het inhuren van een door de verzekerde gewenste externe advocaat brengt vaak extra kosten met zich mee. Het feit dat rechtsbijstandverzekeraars meer kosten hebben, kan consequenties met zich brengen voor hun verzekerden. Een toename in de kosten kan zich bijvoorbeeld vertalen in de hoogte van verzekeringspremies die rechtsbijstandverzekeraars van hun verzekerden vragen.
Rechtsbijstandverzekeraars zijn dan ook de mening toegedaan dat zij in de polisvoorwaarden van hun verzekeringen bepaalde grenzen kunnen stellen aan de vrije advocatenkeuze van hun verzekerden.
Zaak bij de Hoge Raad over vrije advocatenkeuze: beschrijving van de feiten
In een arrest van de Hoge Raad d.d. 28 september 2012 (LJN: BW7507) stond bovenstaande problematiek centraal.
De casus is als volgt. Eiser verlangt schadevergoeding van zijn voormalige werkgever omdat die hem kennelijk onredelijk heeft ontslagen. Eiser wil daartoe een gerechtelijke procedure voeren met bijstand van een door hem gekozen advocaat. Zijn rechtsbijstandverzekeraar (Reaal) zou de kosten van die rechtsbijstand moeten dragen. De procedure die eiser tegen zijn voormalige werkgever wil voeren vereist overigens niet dat rechtsbijstand wordt verleend door bijvoorbeeld een advocaat.
Rechtshulpverlener DAS is als uitvoerder van de rechtsbijstandsverzekering van mening dat de betreffende verzekeringsovereenkomst geen dekking biedt voor de kosten van rechtsbijstand door een advocaat naar keuze van de verzekerde. DAS is daarom slechts bereid om zelf rechtsbijstand aan eiser te verlenen door middel van een door DAS aan te wijzen eigen werknemer die geen advocaat is.
Eiser heeft vervolgens in kort geding gevorderd, dat DAS een door eiser aan te wijzen advocaat inschakelt om hem in de gerechtelijke procedure tegen zijn voormalige werkgever te vertegenwoordigen. Voorts dient DAS het honorarium van de advocaat en de proceskosten voor haar rekening te nemen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser afgewezen. In hoger beroep heeft het Gerechtshof het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd.
Het Gerechtshof heeft overwogen dat het recht op vrije advocaatkeuze pas ontstaat nadat de rechtsbijstandverzekeraar een besluit heeft genomen dat de zaak niet door een rechtshulpverlener in loondienst (niet-zijnde advocaat) zal worden behandeld. In dat geval zal een externe rechtshulpverlener de zaak van de verzekerde behandelen, en op dat moment mag de verzekerde zijn advocaat zelf kiezen. Niet eerder.
Het Gerechtshof leest in Richtlijn 87/344/EEG namelijk geen verbod aan een rechtsbijstandverzekeraar om in het kader van een rechtsbijstandverzekering in natura zélf rechtsbijstand te verlenen aan haar verzekerde in een door die verzekerde gevoerde gerechtelijke of administratieve procedure.
Tegen het arrest van het Gerechtshof waarin deze overwegingen liggen besloten, heeft eiser cassatie bij de Hoge Raad ingesteld.
Wat beslist de Hoge Raad?
De Hoge Raad overweegt dat er zijns inziens zwaarwegende argumenten zijn om aan te nemen dat de verzekerde steeds het recht heeft op vrije keuze van zijn rechtshulpverlener in een gerechtelijke of administratieve procedure. Toch acht de Hoge Raad niet uitgesloten dat Richtlijn 87/344 pas een recht op vrije advocatenkeuze formuleert in de situatie dat de rechtsbijstandverzekeraar besluit de procedure niet door eigen mensen te laten behandelen.
De Hoge Raad acht het bovendien verdedigbaar dat de rechtsbijstandverzekeraar deze vrijheid moet worden gegund. De Hoge Raad geeft hiertoe de volgende argumentatie.
Rechtsbijstandverzekeringen komen in Nederland – en wellicht ook in andere landen van de Europese Unie – veel voor, omdat zij aanspraak geven op rechtsbijstand tegen een verhoudingsgewijs lage premie.
Die lage premie is mede mogelijk omdat de rechtsbijstandverzekeraar de rechtsbijstand in die procedures zelf verleent. Bovendien geven de betreffende polissen aanspraak op rechtsbijstand in procedures waarin bijstand door een advocaat niet wettelijk verplicht is. Dergelijke procedures worden – in ieder geval in Nederland – veelvuldig gevoerd.
Indien Richtlijn 87/344/EEG een vrije keuze van externe rechtshulpverleners in alle gevallen zou waarborgen, ligt een premiestijging voor de hand, wellicht zelfs van forse omvang, zo vreest de Hoge Raad. In zoverre is derhalve sprake van een kwestie van evident maatschappelijk belang. Dit brengt de Hoge Raad ertoe om enkele prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie in Luxemburg.
Kern van deze vragen is uiteraard of onder de genoemde Richtlijn de vrije advocatenkeuze pas opgaat indien de rechtsbijstandverzekeraar zélf heeft besloten om de zaak aan een externe hulpverlener uit te besteden, of dat verzekerde hierop onder alle omstandigheden een beroep mag doen.
Slotsom
De vraag is nu of het Hof van Justitie bereid is eerdere rechtspraak van zijn hand te nuanceren, waarin het Hof als uitgangspunt heeft genomen dat Richtlijn 87/344 verzekerden het recht geeft om zelf een advocaat te kiezen. Deze nuancering zou er dan op neerkomen dat het recht op vrije advocaatkeuze wordt gelimiteerd op de wijze zoals hierboven omschreven. Dit vraagstuk is des te urgenter indien een ‘absoluut’ recht voor verzekerden op vrije advocaatkeuze het aanbod van betaalbare rechtsbijstandsverzekeringen inderdaad in gevaar zou brengen.
Hoe dit ook zij, de verzekeringsbranche zal ongetwijfeld met spanning de antwoorden van het Hof van Justitie op de gestelde prejudiciële vragen afwachten…
mr. Joost Houdijk, Advocaat Europees en Mededingingsrecht bij AKD