Een 34-jarige man uit Heerlen is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar voor moord en het bezit van vuurwapens en munitie. De man heeft op 15 februari 2012 zijn vader doodgeschoten. De directe aanleiding was een brief van zijn vader waarin hij hem van een en ander beschuldigde. Onmiddellijk na het lezen van de brief, is de man naar het bedrijf van zijn vader in Hoensbroek gereden en heeft hem buiten op het industrieterrein doodgeschoten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Geen doodslag maar moord
De rechtbank Maastricht veroordeelde de man op 3 april 2013 tot acht jaar gevangenisstraf voor doodslag. Volgens de rechtbank was hij bij het lezen van de brief zo boos is geworden dat hij heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Deze duurde vanaf het moment dat verdachte de brief las tot aan het lossen van de fatale schoten. De rechtbank vond dat voorbedachte raad, die noodzakelijk is voor moord, daardoor niet was bewezen.
Het gerechtshof vindt echter wel dat er sprake is van voorbedachte raad. Volgens het hof heeft de man, tussen het nemen van zijn besluit om zijn vader dood te schieten en de uitvoering daarvan, kunnen nadenken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad. Hij heeft dus niet gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling en daarom heeft het hof hem schuldig bevonden aan moord.
Bezit vuurwapens en munitie
Naast moord is de verdachte ook veroordeeld voor het in bezit hebben van wapens en munitie. De man had een geladen pistool in zijn auto liggen, hiermee heeft hij zijn vader om het leven gebracht. Ook had de man thuis een vuurwapen en munitie in zijn bezit. Hij had voor beide wapens geen vergunning. Het hof heeft dit bij het vaststellen van de strafmaat echter niet laten meewegen.
Verzachtende omstandigheden
Bij het bepalen van de straf heeft het hof in het bijzonder rekening gehouden met twee omstandigheden. De eerste is dat de moord werd gepleegd tijdens een langlopend zakelijk conflict tussen vader en zoon. De andere is dat – mede gelet op de bestaande familieverhoudingen – de man tot aan zijn eigen dood geconfronteerd zal blijven met het feit dat hij niet alleen de dood van zijn eigen vader, maar ook de dood van de vader van andere kinderen, een schoonvader, een opa, een echtgenoot en een ex-echtgenoot op zijn geweten heeft.
Het hof vindt deze omstandigheden zwaarder wegen dan de advocaat-generaal. Die had namelijk een gevangenisstraf van 14 jaar geëist. Het hof vindt een gevangenisstraf van 10 jaar passend en geboden.
ECLI:NL:GHSHE:2014:103