De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mag een man naar zijn land van herkomst uitzetten. Dat is het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant. De 31-jarige Liberiaan stelde onder meer dat hij bij terugkeer naar Liberia een reëel risico loopt op besmetting met het ebolavirus. Het virus heerst in Liberia en daarom is uitzetting volgens hem in strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De voorzieningenrechter toetst of de staatssecretaris de man mag uitzetten. Volgens de rechter heeft de man niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een reëel risico op besmetting met het ebolavirus. Uit de actuele informatie van de World Health Organisation (WHO) kan niet worden afgeleid dat iedere vreemdeling bij terugkeer naar Liberia een dergelijk risico op besmetting loopt.
De voorzieningenrechter acht van belang dat uit die actuele informatie blijkt dat het risico op besmetting klein is, tenzij mensen direct zijn blootgesteld aan lichaamsvloeistoffen van een (overleden) patiënt. De man kan dus voorzorgsmaatregelen treffen om niet besmet te raken met het ebolavirus. Dat de minister van Buitenlandse Zaken in verband met de ebola-uitbraak een negatief reisadvies geeft voor Liberia en dat de Belgische autoriteiten vanwege de ebola-uitbraak vreemdelingen niet uitzetten naar Liberia, maakt dat risico niet anders. De voorzieningenrechter oordeelt dat het besluit van de staatssecretaris rechtmatig is.
ECLI:NL:RBDHA:2014:12848