De SER heeft onlangs een rapport besproken over de financiering van het midden- en kleinbedrijf (mkb). In dit rapport pleit de SER-commissie Sociaal-Economische Aangelegenheden (SEA) voor een duidelijke verbreding en versterking van de financiering. Van even groot belang is het aanpakken van verschillende vormen van marktfalen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het kroonlid Barbara Baarsma, voorzitter van de Commissie SEA, gaf aan dat dit rapport voortbouwt op een rapport van vorig jaar, Nederlandse economie in stabieler vaarwater. De waarde van dit nieuwe rapport is volgens haar vooral gelegen in het feit dat dit rapport niet alleen kijkt naar de korte termijn en de conjunctuur, maar ook naar de langere termijn en de structurele ontwikkeling. Ten opzichte van rapporten van andere instanties heeft dit rapport als meerwaarde dat de analyse breder is – door aandacht voor marktfalen – en dat het wordt gedragen door de centrale organisaties van werkgevers en werknemers.
De SER had een externe spreker uitgenodigd om zijn licht te laten schijnen op dit rapport. Erik Stam, hoogleraar Economie van Ondernemerschap en Innovatie in Utrecht, was het in grote lijnen eens met het rapport. Hij beklemtoonde dat een goede financiering van het mkb berust op een combinatie van risicofinanciering en van kredietverlening. Hij constateerde dat er in Nederland relatief weinig jonge R&D-intensieve bedrijven zijn. Er komen wel ondernemers bij, maar dat zijn vooral zzp’ers. Hij onderschreef de conclusie dat er in ons land te weinig alternatieve financiers zijn naast de banken en bepleitte dan ook dat ons hele ‘ecosysteem’ (inclusief de arbeidsmarkt) op orde wordt gebracht.
Namens de drie vakcentrales voerde Catelene Passschier (bestuurder FNV) het woord. Het mkb ligt de vakcentrales nauw aan het hart, omdat 60 procent van de werknemers er werkzaam is. De kredietcrisis heeft met name het mkb getroffen omdat die vooral op het binnenland is gericht. Ze vond dat ook de banken een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van het mkb. Passchier pleitte voor een groeistrategie gericht op het scheppen van werk, het eerlijk verdelen van werk en het bevorderen van de koopkracht.
Michaël van Straalen (voorzitter MKB-Nederland) sprak namens de drie centrale ondernemersorganisaties. Urgentie vormde de rode draad van zijn betoog, het onderwerp is volgens hem dan ook extreem actueel. Hij signaleerde dat de economische groei wordt getemperd door het risicomijdende gedrag van de banken. Hij was dan ook blij dat er initiatieven worden genomen voor alternatieve financieringsmogelijkheden, zoals de Nederlandse Investeringsinstelling. MKB-Nederland heeft zelf ook, samen met de banken, het initiatief genomen voor de Ondernemerskredietdesk, die hét online platform moet worden voor ondernemers met een financieringsvraag.
Het kroonlid Jan-Marc Berk (De Nederlandsche Bank) voerde namens de kroonleden het woord. Hij vond het rapport informatief en gedegen onderbouwd. Het biedt goede aanknopingspunten voor beleid en het komt op het juiste moment. Hij vroeg begrip voor de positie van de banken. Banken moeten juist hun kapitaalpositie versterken, terwijl kredietverlening aan het mkb risicovol is. Krediet verlenen aan een bedrijf dat er slecht voorstaat, is niet verstandig. Banken moeten verliesfinanciering zoveel mogelijk zien te voorkomen. Hij vond het rapport vooral waardevol vanwege de analyse van de verschillende vormen van marktfalen die zich voordoen bij de financiering van het mkb. Een betere informatievoorziening, zoals in een kredietregister, zou zeer behulpzaam kunnen zijn.
De voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken Chris Buijink ziet veel waarde in de gemaakte analyses. Hij vroeg wel aandacht voor de tegenstrijdige wensen waarmee banken hebben te maken. Als de economie weer aantrekt, worden banken aangemoedigd meer te blazen in de economie, terwijl de banken aan de andere kant hun buffers moeten versterken. De banken willen graag meewerken aan het opzetten van Standard Business Reporting, samen met de overheid. Het is een manier om de boekhouding te standaardiseren, zodat de gegevens beter inzichtelijk worden voor banken en andere financiers. Ook ondersteunde hij van harte het initiatief voor de Nederlandse Investeringsinstelling, waarbij het volgens hem nu aankomt op het tempo van de verdere uitwerking.
SER-voorzitter Mariëtte Hamer concludeerde dat de gehele raad zich achter het rapport kan stellen. Met de bespreking in de raad is de eerste stap gezet. Vervolgstappen zijn zeker nodig, om zaken echt in beweging te krijgen. Zij zal zorgen dat het rapport goed landt bij de ministers van Economische Zaken en van Financiën. Waar nodig zullen extra stappen gezet worden, bijvoorbeeld met aanvullende signaleringen en analyses op termijn.