De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 13 november 2014 dat betrokke als gevolg van de overplaatsing naar een ander team na 2007 een reële verbeterkans heeft gehad.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Aan betrokkene is ontslag verleend wegens ongeschiktheid voor het door hem uitgeoefende ambt, anders dan wegens ziels- of lichaamsgebreken. De rechtbank kwam tot het oordeel dat de korpschef niet bevoegd was betrokkene wegens ongeschiktheid te ontslaan. Daartoe heeft de rechtbank, samengevat, overwogen dat de korpschef aan betrokkene na de disciplinaire bestraffing in mei 2007 (professionele) begeleiding had moeten bieden bij de poging zijn gedrag te verbeteren.
Uit de verklaringen van H, V en T volgt dat betrokkene meermaals gesprekken ongevraagd en ongewenst in de richting van seks en vreemdgaan heeft geleid. Zij hebben verklaard dat zij betrokkene uitdrukkelijk hebben gezegd daarmee op te houden. Daarna heeft betrokkene zijn gedrag niet direct veranderd. Gelet op de afhankelijke positie die H, V en T als aspiranten ten opzichte van betrokkene hadden, had hij zich van deze gedragingen dienen te onthouden. Dat geldt eens te meer nu zij hadden gezegd de opmerkingen en gespreksonderwerpen niet op prijs te stellen. Het op de hiervoor beschreven manier negeren van, dan wel doof zijn voor, signalen van deze aspiranten kan de conclusie dat betrokkene ongeschikt is voor zijn ambt dragen. Het vermogen om signalen van collega’s, zeker die van aspiranten, voor ongewenst gedrag op te pikken en zo nodig het gedrag daarop aan te passen is essentieel voor het goed functioneren in het ambt van hoofdagent.
Met de oplegging van de disciplinaire maatregel in 2007 is betrokkene al eerder en indringend aangesproken op het vertonen van ongepast gedrag. Als gevolg van de overplaatsing naar een ander team, waar betrokkene – zoals volgt uit de verklaringen van de voormalig leidinggevende G – ingeval van problemen of wensen rond zijn functioneren terecht kon bij de dienstleiding, heeft betrokkene na 2007 een reële verbeterkans gehad, ook al is hem geen specifieke professionele ondersteuning aangeboden. Niet gebleken is dat betrokkene op enig moment tussen 2007 en 2012 alsnog een verzoek heeft gedaan om professionele begeleiding.