De rechtbank Oost-Brabant heeft onlangs een verzoek afgewezen tot wraking van de rechters die de zaak rond de verdwijning en dood van een vijftienjarig Eindhovens meisje behandelen. De advocaat van de verdachte in die zaak had om wraking gevraagd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De verdediging vroeg tijdens een pro forma-zitting op 29 september 2014 om oude stukken aan het strafdossier toe te voegen. De rechtbank stemde op 2 december in met het toevoegen van sommige stukken. Onder meer omdat niet alle stukken werden toegevoegd, besloot de advocaat de rechters in die zaak te wraken. Volgens hem is de beslissing van de rechters zo onbegrijpelijk dat gevreesd kan worden voor hun onpartijdigheid.
De wrakingskamer stelt voorop dat een voor de verdediging onwelgevallige beslissing op zichzelf nog geen aanwijzing is van partijdigheid van de rechters. De rechters hebben hun beslissing op de verzoeken van de advocaat steeds juridisch inhoudelijk gemotiveerd. De wrakingskamer is niet gebleken dat die afweging zodanig onbegrijpelijk was dat dit getuigt van partijdigheid.
De wrakingskamer komt tot het oordeel dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn dat de rechters vooringenomen waren ten opzichte van de verdachte of dat daarvoor gerechtvaardigde vrees bestond.
De gewraakte rechters mogen de strafzaak dus verder behandelen. Het is nog onbekend wanneer de volgende zitting is.
ECLI:NL:RBOBR:2014:7989