Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft de beroepen van de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde, de Vereniging van Orthodontisten en een aantal individuele orthodontisten tegen de orthodontietarieven over de periode 2007- 2013 ongegrond verklaard.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De orthodontietarieven zijn bedoeld om dekking te geven voor redelijke kosten van orthodontieverrichtingen. Daaronder valt het kunnen verdienen van een redelijk inkomen. De tarieven houden echter geen aanspraak op een bepaald inkomensniveau in. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft binnen bepaalde grenzen de vrijheid om de tarieven voor orthodontische zorg vast te stellen en mag bij een tariefberekening uitgaan van gemiddelde landelijke cijfers over de werkelijke kosten.
Voor de vaststelling van de orthodontietarieven per 1 juli 2011 heeft de NZa verschillende onderzoeken laten verrichten. Daaruit volgde dat de orthodontietarieven per 1 juli 2007, 1 januari 2008, 1 april 2008 en 1 januari 2009 te hoog waren. Ook bleek dat de tarieven per 1 juli 2009, 1 januari 2010 en 1 januari 2011 op een te hoog niveau waren vastgesteld.
Het College heeft geoordeeld dat de NZa op grond van deze onderzoeken, mocht besluiten om tot gefaseerde tariefverlaging per 1 juli 2011 (16%) en 1 januari 2013 (wederom 16%) over te gaan.
ECLI:NL:CBB:2015:43