Het wordt makkelijker om vanuit de WW een eigen bedrijf te beginnen. Dit heeft minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens een overleg in de Tweede Kamer bekendgemaakt. De minister geeft een uitkeringsgerechtigde maximaal zes maanden de tijd om de levensvatbaarheid van het bedrijf te bewijzen. Gedurende die hele periode mag de startende ondernemer opdrachten binnenhalen en uitvoeren. De inkomsten worden verrekend met de uitkering en er hoeft niet gesolliciteerd te worden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De voorstellen zijn een concretisering en aanscherping van ideeën uit een brief die eerder door staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken aan de Tweede Kamer is gestuurd. Op dit moment hebben werklozen namelijk alleen de mogelijkheid zich gedurende drie maanden te oriënteren op het ondernemerschap. In die periode mogen zij echter geen opdrachten proberen te verwerven. Dit werkt volgens de betrokken bewindslieden belemmerend voor het starten van een eigen bedrijf.
Mocht het bedrijf uiteindelijk toch mislukken dan kan opnieuw een beroep worden gedaan op de WW. Deze zogeheten herlevingstermijn ligt tussen anderhalf jaar en maximaal ruim 3 jaar na de start van het bedrijf. Dit is afhankelijk van het arbeidsverleden van de startende ondernemer, en dus gunstig voor ouderen. De duur van de werkloosheidsuitkering is afhankelijk van de WW-rechten die zijn opgebouwd. Om in aanmerking te komen voor de regelingen heeft een WW’er wel toestemming nodig van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). UWV beoordeelt namelijk vooraf het bedrijfsplan.
De wijzigingen moeten in 2006 van kracht worden.
Dossier ‘weer aan het werk’, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid