Een man die tot 13 jaar cel is veroordeeld voor een levensdelict mag worden overgeleverd aan de Roemeense autoriteiten. De Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de rechtbank Amsterdam acht op basis van informatie uit Roemenië de detentieomstandigheden in de Arad-gevangenis van dien aard dat er geen reëel gevaar dreigt dat zijn mensenrechten worden geschonden. Dat geldt echter niet voor een landgenoot die tot een straf van 2 jaar en vier maanden is veroordeeld voor straatroof. Een beslissing over zijn overlevering is uitgesteld nu de Roemeense overheid onvoldoende informatie heeft verstrekt en de IRK de kans op schending van zijn mensenrechten in een Roemeense gevangenis niet kan uitsluiten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De IRK stelt vast dat in Roemeense gevangenissen een reëel risico bestaat op schending van mensenrechten. Zij baseert zich hierbij op uitspraken van het Mensenrechtenhof en onderzoek door het Europees Comité tegen foltering (CPT). Naar aanleiding van een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de EU heeft de IRK in deze twee zaken bij de Roemeense overheid specifieke informatie opgevraagd over de gevangenis waar de betrokken persoon na zijn overlevering terecht komt.
Overlevering toegestaan
De man die tot 13 jaar is veroordeeld komt in de Arad gevangenis en zal in zijn cel meer dan drie m leefruimte krijgen. Dit, in combinatie met andere omstandigheden, maakt dat van een mensonterende of vernederende situatie geen sprake zal zijn. De informatie van de Roemeense overheid strookt met een rapport van het CPT (pdf, 0 B) en met een bericht van APADOR , een onafhankelijke Roemeense organisatie die zich richt op mensenrechten en detentieomstandigheden. Op basis van de informatie stelt de IRK vast dat er voor deze man geen reëel gevaar dreigt dat zijn mensenrechten worden geschonden. De IRK staat de overlevering dus toe.
Meer informatie nodig
De tweede opgeëiste persoon zal zijn straf ondergaan in de gevangenis in Galaţi of in Braila. Hij zal in zijn cel 2 of 3 m2 leefruimte hebben, inclusief bed en ander meubilair. Het is niet bekend of hij in Braila tijd kan door brengen buiten de cel en of hij kan deelnemen aan activiteiten, werk of scholing, omdat de Roemeense autoriteiten daar geen concrete informatie over hebben verstrekt. Ook over de omstandigheden in Galaţi is de IRK onvoldoende geïnformeerd. Al met al is het risico op schending van mensenrechten in dit geval concreet aanwezig. Daarom stelt de IRK de beslissing op het verzoek om overlevering uit totdat de Roemeense autoriteiten aanvullende gegevens hebben verstrekt en de IRK het gevaar van een schending van mensenrechten kan uitsluiten. Het verzoek om schorsing van de overleveringsdetentie heeft de IRK afgewezen, zodat de man vooralsnog in Nederland vast blijft zitten.