De 2 vogelverschrikkers die op de grond van een kwekerij uit Rheden staan zijn aan te merken als een bouwwerk. Hiervoor is een omgevingsvergunning vereist en was de gemeente Rheden bevoegd om handhavend op te treden. Dat oordeelde de rechtbank afgelopen dinsdag.
Omgevingsvergunning
De vogelverschrikkers in kwestie bestaan uit een metalen paal met een diameter van 1,5 centimeter. Bovenop deze paal is een bol bevestigd die beweegt door de wind, de zogenaamde Hawk-Eyes. De hoogte van de vogelverschrikkers bedraagt respectievelijk 2 en 5 meter. De gemeente is van mening dat de vogelverschrikkers bouwwerken zijn en hiervoor moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Daarom besloot de gemeente dat de kwekerij de vogelverschrikkers moet verwijderen. Mocht niet aan deze eis worden voldaan, dan moet de kwekerij een dwangsom van 1.500 euro per vogelverschrikker betalen. De kwekerij kon zich hier niet in vinden en tekende beroep aan.
Bouwwerken
Volgens de rechtbank zijn de vogelverschrikkers gelet op hun constructie aan te merken als bouwwerken. De gemeente was daarom bevoegd om handhavend op te treden. De vogelverschrikkers zijn verder bedoeld om voor langere tijd ter plaatse te functioneren. Dat de bouwwerken regelmatig worden verplaatst maakt het voorgaande niet anders, aangezien ter zitting is aangegeven dat deze verplaatsing slechts enkele meters bedraagt.
Er is geen sprake van een concreet zicht op legalisatie of van bijzondere omstandigheden om van handhaving af te zien. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.