Een veehouder uit Hulsel mag voorlopig niet beginnen met de bouw van 2 nieuwe varkensstallen. De rechtbank Oost-Brabant vernietigde vandaag de hiervoor verleende vergunning.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De gemeente Reusel-De Mierden verleende in mei 2015 een vergunning aan de veehouder om 2 nieuwe varkensstallen op zijn terrein te bouwen. Hierop stapten 2 omwonenden naar de rechter. Zij vrezen voor meer geur-, verkeers- en geluidsoverlast.
De gemeente week bij het verlenen van de vergunning af van het bestemmingsplan. Zij toetste daarbij aan de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant. Hierbij moet onder meer worden onderzocht of de kans op geurhinder voor bijvoorbeeld woningen in de omgeving niet hoger is dan een bepaald percentage. De gemeente (en andere gemeenten in Noord-Brabant) beoordeelde de geurhinder altijd op basis van een handreiking bij de Wet geurhinder. Deze handreiking is onder meer gebaseerd op een onderzoek over geurhinder uit 2001. Voordat de gemeente de vergunning verleende aan de veehouder in Hulsel, verscheen echter een groot onderzoek van de GGD en het IRAS-instituut waaruit blijkt dat er veel sneller sprake is van cumulatieve geurhinder dan voorheen werd aangenomen. De omwonenden wezen op dit rapport. De rechtbank schakelde een deskundige in om naar het rapport van de GGD te kijken. Op de zitting gaven de deskundige en vertegenwoordigers van de provincie hierover een toelichting.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de gemeente niet verplicht was de kans op geurhinder te beoordelen op basis van de handreiking. De gemeente heeft dat in dit geval wel gedaan en is daarmee te kort door de bocht gegaan. Zij kon niet zomaar voorbij gaan aan het GGD-onderzoek, omdat de bevindingen hierin afwijken uit het oudere onderzoek van 2001. De gemeente had moeten verantwoorden waarom ze toch heeft beoordeeld op basis van de handreiking. Nu veroorzaakte de gemeente het risico dat een nieuwe knelsituatie word gecreëerd als de bevindingen van het GGD-onderzoek kloppen. Dit staat haaks op de bedoelingen van de provinciale verordening. Mede daarom vernietigt de rechtbank de verleende vergunning.
GGD-rapport
De rechtbank oordeelt niet over het onderzoek van de GGD. De gemeente en de provincie zullen een standpunt moeten innemen over de waarde die hieraan moet worden gehecht en de gevolgen voor het gemeentelijke en provinciale beleid. Dit is een bestuurlijke afweging die verdergaat dan deze zaak.