De man die op 3 april 2015 de 28-jarige Rudi Schouten doodschoot is veroordeeld tot 9 jaar cel. De schietpartij vond op klaarlichte dag plaats op het parkeerterrein van een winkelcentrum in Breda. De rechtbank Zeeland-West-Brabant acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Machete en hakbijl
De verdachte was met in totaal 6 personen naar het winkelcentrum gekomen, naar eigen zeggen om te praten met het slachtoffer. Al snel liep het uit de hand: de verdachte gaf Rudi Schouten een vuistslag. Die haalde vervolgens een machete tevoorschijn en sloeg de verdachte daarmee op het hoofd. De broer van Rudi belaagde de verdachte bovendien met een hakbijl en raakte hem ook op het hoofd. De verdachte haalde vervolgens een pistool tevoorschijn en schoot een aantal keer op Rudi Schouten. Toen die van de verdachte wegrende en gewond op de grond viel, werd hij door de verdachte nogmaals meerdere keren beschoten. Hij overleed enkele uren later aan zijn verwondingen.
Geen noodweer
De verdediging had gepleit voor ontslag van rechtsvervolging, omdat de verdachte gehandeld zou hebben uit noodweer. De rechtbank geeft aan hier in eerste instantie inderdaad sprake van leek te zijn. De direct daarop gevolgde tweede reeks schoten kan echter niet als noodweer worden beschouwd, aldus de rechter. Het slachtoffer was toen namelijk al weggerend en lag ongewapend op de grond. Hierdoor was er volgens de rechter geen sprake meer van een dreigende situatie. De verdachte had zich op dat moment ‘aan de situatie kunnen en moeten onttrekken’, zo leest het vonnis. De verdediging stelde dat de verdachte handelde uit paniek. Uit het dossier blijkt volgens de rechtbank echter niet dat er sprake is geweest van een dergelijke ‘hevige gemoedsbeweging’ bij de verdachte.
Winkelend publiek
In de strafbepaling houdt de rechter rekening met het feit dat de schietpartij plaatsvond in de nabijheid van winkelend publiek, waaronder ook kleine kinderen. Bovendien werd de verdachte al eerder veroordeeld wegens geweldsfeiten en verboden wapenbezit. Als strafverlichtend neemt de rechtbank mee dat de verdachte werd geconfronteerd met enorme agressie en daarbij zelf ook zware verwondingen opliep.
De opgelegde straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.